maandag 27 januari 2014

Etappe 2 - Het zwarte gat

Als je de verhalen op Internet moet geloven, zijn de donkere dagen voor kerst en die er na voor hardlopers erg vervelend. Met een late zonsopgang en een vroege zonsondergang, zou het haast onmogelijk zijn om doordeweeks te kunnen hardlopen. En vaak lijkt zo’n verhaal dan te eindigen met tips zoals op de band gaan lopen (zo saai dat ik er zelfs niet eens een heb), goed verlichte stukken op te zoeken (welke vaak langs drukke wegen liggen met veel autoverkeer), of om het kort maar snel te houden (en dat staat nu juist niet in mijn schema). En dat alles om maar te voorkomen dat je als loper in een diep zwart gat belandt.
Hardlopen in het donker is echter een genot. Toegegeven, je moet er even doorheen. Maar, net als met koud water, als je er eenmaal doorheen bent, dan valt het allemaal reuze mee. En er zitten ook voordelen aan. Daar waar je als hardloper op een gemiddelde zonnige zondagmiddag met enige regelmaat de berm in wordt gedrukt door elektrische fietsers met een grijze helm, zal je dat in de winter in het donker niet snel overkomen.
Het ochtend duister is ook een zeer geschikte situatie om wat meer wild te spotten. Zo ook deze week weer meermalen reeën en ander klein wild mijn pad zien kruisen. Die zie je niet als je de goed verlichte (snel)wegen neemt. En blijkbaar voelen reeën zich in het donker veel minder bedreigd. Zelfs een afstand van nog geen 5 meter werd getolereerd.
Hardlopen in het donker went ook snel en je ogen passen zich vlot aan. Aan de hand van boompatronen is over het algemeen duidelijk te zien welke kant het pad opgaat. En de meeste fietspaden door bossen hebben vaak een schelpenondergrond. Deze witte ondergrond contrasteert goed met de zwarte omgeving. Daar waar het asfalt betreft, is er een witte middelstreep aanwezig, die je de juiste kant op leidt. Het wordt pas lastig als de route langs (auto)wegen lopen. Met groot licht word je dan regelmatig verblind door de met groot licht voorbijrazende auto’s.
Een paar kleine aanpassingen zijn in de winterperiode echter wel nodig. Een pet met zonneklep helpt om het licht van de tegemoetkomende auto’s af te schermen. Verder trek ik mijn “kerstboomverlichting” aan. De huidige leds zijn zeer sterk en knipperen er vrolijk op los. En goed opletten blijft dan nog steeds belangrijk. Het zal niet de eerste keer zijn dat er een fietser zonder enige verlichting links door de binnenbocht komt. Ik verbaas me dan wel over de vanzelfsprekendheid dat ik die maar gezien zou moeten hebben en niet omgekeerd. En dat terwijl ik een stevige “kop”lamp op mijn reflectiehesje draag. Ook kan het handig zijn om in de ochtend niet meteen het bos in te duiken, maar eerst een stuk verhard mee te pakken. Dus rondjes omdraaien en de stukken door het bos aan het einde van de training bij opkomende zon nemen.
Gelukkig komt er elke week een klein kwartier ‘s ochtends en een klein kwartier ‘s avonds bij. Hoeven we niet meer verplicht uit te slapen in de komende maand.

Geen opmerkingen: