vrijdag 5 november 2010

Ren, Pheidippides, ren nog één keer!

So, when Persia was dust, all cried, "To Acropolis!
Run, Pheidippides, one race more! the meed is thy due!
Athens is saved, thank Pan, go shout!" He flung down his shield
Ran like fire once more: and the space 'twixt the fennel-field
And Athens was stubble again, a field which a fire runs through,
Till in he broke: "Rejoice, we conquer!" Like wine through clay,
Joy in his blood bursting his heart, - the bliss!
Robert Browning - Pheidippides

"Naar d' Akropolis!", riepen allen, met de Perzen tot stof,
"Ren, Pheidippides, ren nog één keer, het vuur uit je slof!"
Athene gered, met dank aan god Pan, ga 't melden! "Zonder speer
Liep hij opnieuw als vuur: door 't venkelveld, nog één keer
Athene was kaal, als een akker na een brand,
Totdat hij uitbarstte: "Verheugt u, wij overwonnen!". Als wijn in klei,
Brak de vreugde in zijn bloed zijn hart, - zo blij!



Proloog: Zou Pheidipides ook slecht geslapen hebben in de nacht er voor?

Na een vlotte vlucht van Amsterdam via Zurich naar Athene, ontmoet ik Christine van MDA Hellas op het vliegveld. Zij heeft mijn startnummer al opgehaald en komt dat persoonlijk afleveren. De traditionele stroopwafels die ik voor haar en haar medewerkers meegenomen heb, vallen in bijzonder goede aarde. We namen afscheid voor dat moment en zien elkaar wellicht morgen na afloop in het sponsordorp.

Bus X95 brengt mij naar het Syntagmaplein. Een groot deel van de route voert ons over het marathonparcours, herkenbaar aan grote borden die aangeven dat deze weg onderdeel is van de Klassieke Marathon. De bus zet me enige tijd later af bij het parlementsgebouw.

Ooit was ik hier eerder, in 1989, na mijn eindexamen. Toen op de fiets. Na een nachtvlucht naar het oude vliegveld van Athene, werden we toen, op onze vraag hoe we in Korinthe moesten komen, langs de Akropolis, het Kallimarmaro stadion, Syntagmaplein en Omoniaplein de snelweg opgestuurd. Hoewel we in een klein uurtje alle hoofdattracties van Athene op deze wijze hadden kunnen bezichtigen, was dat, zo kort na de parlementsverkiezingen, tussen ronkende dieselauto's, niet de beste manier om voor het eerst kennis te maken met deze stad.

Ook nu ga ik richting Omonia. Ik herken de sfeer meteen, al is er veel veranderd. Omonia heeft een metrostation, het ziet er schoner uit en de dieselstank lijkt minder. Ik wandel tweehonderd meter door en bereik mijn hotel.

Na inchecken in het hotel, ga ik richting het centrum. Het is er gezellig druk, vol met marathonlopers. Een heerlijke Griekse grillschotel met pasta ter vervanging van de aardappels bevalt mij bijzonder goed. In je eentje ben je snel uitgegeten. Linea recta ga ik terug naar het hotel. Ik poets mijn tanden en lig rond 20:00 uur in bed.

De nacht is niet kort maar onrustig. Athene bruist 24 uur per dag. Het verkeer staat nooit stil. Oordoppen helpen me de stilte te vinden, maar vergroten het risico om door de wekker heen te slapen. Iedere keer als ik wakker word, controleer ik daarom mijn wekker om te zien of ik me niet verslaap. Daarnaast gaat de klok ook nog eens terug naar wintertijd. Genoeg redenen om op mijn hoede te blijven.

De volgende ochtend ben ik vroeg uit de veren. Om 4:00 uur is de wekker gegaan. Alles ligt al klaar: kleding, nummers, ontbijt. Ik werk mijn ontbijt in de vorm van 4 mueslirepen en twee bananen weg. Voor onderweg maak ik isotone drank en schuif ik een flesje cola in mijn tas. Na een extra check of ik alles heb, ga ik iets over vijven richting het Syntagmaplein. Hier zullen tussen 05:30 en 06:30 de bussen vertrekken naar Marathonas.

De bus volgt het marathonparcours in tegengestelde richting. Het is nu ook duidelijk te merken dat het her en der behoorlijk naar beneden - en in de marathon dus behoorlijk omhoog - gaat. Omdat het nog donker is, krijg ik geen goed zicht op de mate van klimmen en dalen. Ik neem het maar voor lief, want overheen moet ik er toch.

Een klein uurtje later bereiken we Marathonas. We stappen uit de bus en wandelen richting de startstraat. Deze startstraat is speciaal voor de marathon aangelegd en wordt dus slechts eenmaal per jaar gebruikt. Het is nog rustig. Geen wachtrijen voor de toiletten. Die zijn er overigens in ruime aantallen aanwezig. Een voetbalveld vol cabines.

De zon is net aan het opkomen. Dat maakt het fris. Kon het de rest van de dag ook maar zo blijven. Ik besluit nog even te wachten met omkleden. Tegen half acht ga ik toch mijn lange kleding uittrekken. De kledingtas moet immers vóór 8 uur bij de vrachtwagen ingeleverd zijn. Aansluitend ga ik het witte startvak in. Dat is vak 7 en laatste. Omdat dit het laatste vak is, is er veel ruimte. Bovendien ligt het laatste stukje van dit vak iets hoger. We hebben daardoor een prachtig uitzicht over het gehele lint van lopers dat zich verzameld heeft.

Een kwartier voor de start treffen we een Griekse vrouw uit Marathonas in ons vak. Zij is uitgedost in Griekse klederdracht. Zij gaat niet lopen, maar is er al sinds jaar en dag bij, bij iedere start van de marathon. Ze heeft er duidelijk lol in om mensen van over de gehele wereld te ontmoeten. Niet veel later moet zij ons startvak verlaten; de start is aanstaande. De spanning begint te stijgen.



Kilometers 0 tot 5: Zou Pheidippides ook op de linkervleugel de strijd aangevangen hebben?

Daar sta ik dan, aan het begin van een groot avontuur. Samen met mijn strijdmakkers, schouder aan schouder, een moderne synaspismos vormend, 12000 in getal. Dit leger van gelijkgestemde hopliten met slechts één en hetzelfde doel, zal in 7 verschillende lochoi weggestart worden. Ik bevind mij in de 7e lochos, de witte startnummers. 

De start komt iedere seconde dichterbij. We staken onze strijdliederen. Een korte stilte volgt, waarna om negen uur de eersten worden weggeschoten. Strijdkreten rijzen op. De Griekse vrouw in klederdracht staat op de trap naar de vlam de lopers te zegenen. Drie-en-twintig minuten later ben ook ik samen met de witte lochos op weg naar de vlakte bij Marathon, het slagveld, 5 KM verderop. Ik bevind mij op de linker flank. Op de linker en rechter flank bevinden zich de sterkere strijders. Miltiades probeert de Perzen te misleiden door het centrum niet te sterk te maken, maar vooral de kracht op de flanken in te zetten. Wij op de flank zullen ons sneller voorwaarts vechten en de vijand omsluiten. Links van de weg lopen er daardoor ook minder makkers voor mijn voeten. Wij zijn cruciaal voor de overwinning.

Ongewis van wat me te wachten staat, zet ik er optimistisch de benen in. Ik zoek mijn stichos, met wie ik de komende 10 KM voorwaarts zal trekken. In mijn stichos zit een kleine vrouw met mediterraan uiterlijk. Zij maakt een lekker tempo en ik ga mee in haar kielzog. De tijden zijn goed, erg goed, te goed. Maar wat wil je met de wind in de rug en de weg bergaf. Telkens weer onder de 5 minuten per kilometer. Het voelt erg goed, dus waarom onnodig inhouden in deze fase?



Kilometers 5 tot 10: Zou Pheidippides ook al olijftakken aangereikt hebben daar waar zijn dode makkers in het veld lagen?

We slaan linksaf en komen langs het 5 KM punt. Slag is gewonnen, op naar Athene om de overwinning te melden. Enthousiaste toeschouwers rijken olijftakken uit aan de lopers. Ook ik krijg er één aangereikt en steek deze onder mijn startnummer.

We draaien langs het slagveld, terug naar de weg naar Athene. De strijd is gestreden, nu op weg naar de stad om de overwinning te melden. Nog eenmaal groeten we onze makkers in de grafheuvel. We gaan linksaf weer de hoofdweg op.

De vrouw die ik volg blijkt een Française te zijn. Ik probeer haar naam te ontwaren op haar startnummer. Dit nummer blijkt echter te ontbreken. Zit dat op het shirt dat ze om haar middel heeft geknoopt, of loopt ze ongeregistreerd? Laten we haar Danielle Perdue noemen. Ik kom in contact met haar en we besluiten een verbond te sluiten. De komende kilometers zullen we samen optrekken.

In eerste instantie probeer ik in het Engels met haar te communiceren. Ze maakt mij duidelijk dat Frans de voertaal moet zijn binnen onze coalitie. Ik geef aan dat dat de eerstkomende kilometers nog wel moet lukken, maar dat ik er verre van zeker ben of mijn hoofd in het tweede gedeelte nog helder genoeg is hiervoor. Uiteindelijk blijk ik met een zeer beperkte woordenschat af te kunnen. Je moet tot 60 kunnen tellen om de tijden door te kunnen geven en verder volstaan woorden als "trop vit" en "ralentissons" om het tien kilometerpunt te bereiken.



Kilometers 10 tot 15: Zou Pheidippides ook gas terug genomen hebben op de eerste heuvels?

We worden warm verwelkomd in Nea Makri. Het gehele dorp is uitgelopen om dit leger van lopers aan te moedigen. Aan het begin van het dorp is een verzorgingspost. Een half litertje water gaat via mijn nek en rug, richting mijn achterbenen. Heerlijk, deze verkoeling. Ook is er isotone drank op deze post. Ik neem een bidonflesje van een halve liter aan, om ook intern het vocht op peil te houden.

"Pourquoi ralentir? Nous montons une colline!". Ik voel mij in een babelonische spraakverwarring terechtkomen. Heftig vraag ik mij af of ralentir nu vertragen of versnellen was. Nee, ik moet het goed hebben. Het is vertragen, het is vertragen, rallentando, ik heb het meerdere malen in mijn muziekpartijen zien staan. Ze wil dus echt sneller en sneller... Ik besluit dat het genoeg is zo. Ik zeg haar gedag en loop in mijn eigen tempo de heuvel op.


Kilometers 16 tot en met 20: Zou Pheidippides ook regelmatig een koude douche genomen hebben?

Neos Voutzas is het volgende dorp dat we doorkruisen. Rechts zien we de heuvels, links de zee. De zon komt prachtig op boven het water. Op andere dagen zou ik daar op mijn gemak van gaan genieten, van het uitzicht en de zon, mijn vriend. Vandaag niet. Vandaag moet ik met mijn boodschap naar Athene. Vandaag is de zon mijn vijand.

Mijn deelname aan het TNO test programma in Eindhoven (zie hier) heeft me geleerd dat mijn interne temperatuur makkelijk op kan lopen tot 40+. En omdat de omstandigheden van vandaag vrijwel gelijk zijn aan die in Eindhoven, zou het nu ook wel eens die kant op kunnen gaan. Ter preventie heb ik deze keer echter een pet opgezet en geen zweetshirt onder mijn hardloopshirt aangetrokken. Bovendien douche ik mij iedere 2,5 KM met water bij de verzorgingsposten. Wellicht kan ik op deze wijze mijn hersenstam om de tuin leiden en voorkomen dat die gaat reageren op mijn inspanningen.

Op kilometerpunt 16 realiseer ik mij dat ik al over de helft ben. Hoezo halverwege? Het is toch 42KM? Dat klopt. Maar deze marathon is een bijzondere. Tot kilometer 31 loopt het bergop. Daarna gaat het in meer of mindere mate nog 11KM naar beneden tot de finish. Ik heb mij er op ingesteld dat dat laatste niet zo'n probleem moet zijn. Dus overleven tot kilometer 31 is het devies en daarna mezelf naar beneden laten rollen.

De afdaling wordt ingezet. Op 18KM passeren we de afslag naar Rafina, waar veel veerboten de Egeïsche op gaan, op weg naar de Griekse eilanden. Rafina is vandaag niet bereikbaar. Op de eerste plaats is er momenteel niemand meer in Rafina aanwezig; iedereen staat op dit punt de lopers aan te moedigen. Daarnaast is de enige doorgaande weg om de afslag te bereiken, de weg die wij begaan. Een 4-baans weg waarvan de helft voor ons en de andere helft voor organisatorisch vervoer gereserveerd is. Gelukkig is dat laatste verkeer zeer beperkt. Af en toe een ambulance of een bezemwagen. Van uitlaatgassen hebben we dus geen last.



Kilometers 20 tot 25: Zou Pheidippides ook gestopt zijn om te plassen?

Vanaf nu wordt het echt steiler en steiler. De kilometertijden komen nu boven de 6 minuten per kilometer. Mijn hartslag blijft echter beneden de 155 bpm. Lekker relaxed zo. Een persoonlijk record zit er toch niet in en op deze manier kan ik van de omgeving blijven genieten. Het officiële halve marathonpunt komt ook al snel in zicht. Voor mij vanaf hier dus nog 10KM werken.

De omgeving is hier overigens niet bijster interessant. Een lint van bedrijfjes heeft zich hier langs de weg gevestigd. Vaak worden deze voldoende gecamoufleerd door rijen toeschouwers. Nog steeds begeef ik mij op de linker flank. De meeste mensen staan rechts, maar links in de middenberm staan de fanatieksten. Velen herkennen mijn naam op mijn shirt en moedigen mij persoonlijk enthousiast aan. Ik groet en dank ze allen vriendelijk. Ik nader de 25KM, nog 6 te gaan.


Kilometers 25 tot 30: Zou Pheidippides ook zo genoten hebben van een colaatje bij een verzorgingspost?

Op 25 kilometer stop ik een half minuutje langs de weg. De druk op mijn blaas is niet meer te weerstaan. Na het legen ervan, grijp ik een nieuw flesje sportdrank om weer vocht aan te vullen en ga verder met de beklimming van de heuvel.

Links zie ik in de verte het vliegveld liggen waar ik gisteren geland ben. Tijdens het aanvliegen heb ik gezocht naar de weg en de heuvel waar ik vandaag overheen zou lopen. Zonder succes, overigens. Voorbij Pallini negeren we de afslag naar het vliegveld en gaan nog steeds rechtdoor richting Gerakas.

Ook Gerakas is massaal uitgelopen om ons aan te moedigen. In Gerakas bevindt zich de belangrijkste verzorgingspost, de post waar het eerste colaatje te verkrijgen is. Gerekend had ik op een flesje, maar het blijken bekertjes te zijn. Het smaakt mij er niet minder om.


Kilometers 30 tot en met 35: Zou Pheidippides zich ook lekker naar beneden hebben laten rollen?

Het 30Km punt ligt bij een leuk kerkje. Heel veel oog heb ik er niet voor. Nog één kilometer en dan ben ik er, dan ben ik in Agia Paraskevi, kilometerpunt 31, het hoogste punt van de route. Dan heb ik het gehaald en kan mijn 'triomftocht' bergafwaarts beginnen. Die ene kilometer staat wel als steilste en zwaarste beschreven in de routebeschrijving. Nog even niet te enthousiast worden dus. Rond dit punt begint normaal gesproken namelijk ook de man met de hamer zijn werk te doen. Om mij heen is dat ook zichtbaar aan het worden. De eerste lopers staan uitgeput langs de kant te hijgen. Ik vraag mij af of ze de eindstreep nog gaan halen. 


In de verte zie ik de snelweg al opdoemen. Dat is vlak bij het hoogste punt van de route. Veel publiek staat er langs deze ene kilometer. Is het leedvermaak of echte steun? Voor mij voelt het als steun. Ik word licht euforisch. Om mij heen lijkt de vreugde steeds minder te worden. Er ontstaat steeds meer ruimte op de linker flank, het centrum is totaal uitgedund en rechts wordt er veel gewandeld. Vooralsnog concludeer ik dat ik het strategisch goed heb aangepakt. 


Daar is het zadelpunt! Ik zie de stijgende weg omslaan in een afdaling. Passen vergroten en naar beneden laten vallen, zo zou mijn oude trainer uit Voorschoten zeggen. Ik doe mijn best. Het resultaat is dat ik in deze kilometers weer heel wat plaatsen opschuif in het klassement.


Kilometers 35 tot en met 40: Zou Pheidippides hier ook gevallen σύντροφοι aan de rand van de weg hebben zien liggen?

De afdaling heeft zijn effect op mijn kilometertijden. Deze lopen weer terug naar 5:30 per kilometer. Het gaat lekker zo. Dat is wel anders dan in Eindhoven, waar het tot dit punt prima ging, maar de pijn in deze laatste 7 kilometer lag. Ik zie dat om mij heen op dit moment echt slachtoffers gaan vallen. De EHBO heeft het er druk mee. Nu gaat het niet meer om kleine blessures die met een spuitbus weggespoten worden. Nee, dit is het serieuzere werk, overmatige dehydratie. Paula Radcliff-achtige perikelen. Tot driemaal toe zie ik lopers langs de kant van de weg liggen, met een EHBO-er er naast staande. Verbonden zijn ze door een holle draad, met aan de ene kant een fles gevuld met vloeistof en aan de andere kant een naald in een arm. Nee, ze laten er geen gras over groeien, die Grieken.

Ik realiseer mij dat ik nu dus niet even in de berm moet gaan liggen om uit te rusten. De kans dat er een infuus aan wordt gehangen is te groot. Het vochtgehalte lijkt overigens geen probleem meer. Na de drankpost op 35KM negeer ik de drankvoorzieningen. Zo ver is het niet meer en het voelt goed. De kilometertijden gaan goed. Steeds dichter kom ik bij de 5:00 min/KM. Op naar de laatste twee kilometers.


Kilometers 40 tot en met 42: Zou Pheidippides ook onthaald zijn door duizenden Atheners langs de weg?

En plots is het rustig. Rustig op de brede lanen van Athene en rustig aan de rand er van. Een kilometer lang moet ik het alleen doen. Af en toe één of twee toeschouwers die me stevig aanmoedigen, maar geen grote hordes supporters. Blijkbaar staat iedereen of vóór het 40KM punt of in de laatste kilometer. De snelheid zakt iets, waar maar weer uit blijkt dat aanmoedigen zeker helpt.

Na het 41KM slaat dit heel plots om en staat het 3 tot 4 rijen dik, tot aan de ingang van het stadion. "νενικήκαμεν, νενικήκαμεν" vallen ze mij bij. "Eric, Eric" wordt er geroepen. "Mπράβο, μπράβο", klinkt het wederom van alle kanten. Ik krijg vleugels en ben nog in staat iets te versnellen. Ik zie de bocht, de bocht die ons het Kallimarmaro stadion in leidt.

Χαῖρε, ὢ χαῖρε, Ἐλευθεριά! Nog 170 meter. Dit stukje mag wel langer duren of wil ik wel een paar keer op en neer lopen. De rechterzijde van het stadion zit behoorlijk vol. Enige duizenden toeschouwers heten alle lopers luidruchtig welkom. Ik kom over de finish en klok 04:07:04 netto, zo blijkt later.



Epiloog: Zou Pheidippides ook zo'n moeite gehad hebben om droge kleren te vinden?

Het zit er op. Ik wandel de scherpe bocht van de atletiekbaan in het stadion door en neem wat rust aan de rand van de baan. Ik kijk om mij heen waar ik iets te drinken kan krijgen. Dat blijkt bij de uitgang van het stadion te zijn. Juist als ik me die kant op wil bewegen, word ik aangesproken door een Amerikaanse journalist. Om de een of andere reden ziet hij dat ik een sponsorloop heb gedaan. Hij vraagt mij namelijk voor welke organisatie ik geld ingezameld heb. Ik vertel hem over het Fonds Gehandicaptensport, hoeveel vrienden, familie, collegae en bekenden ongeveer bij elkaar hebben gebracht en over mijn motivatie om juist deze marathon te lopen.

De man is van Sports Weekly. Hij schijnt het wel een interessant verhaal te vinden. Zijn vraag is of ik nog even kan wachten, zodat hij zijn fotograaf er bij kan halen. In de tussentijd bel ik even naar huis om te melden dat ik het heelhuids volbracht heb. Vijf minuten later komt hij zonder fotograaf terug. Of ik zelf nog even richting de finish wil lopen en wil kijken of ik daar misschien een stevige kerel met camera in een zwart poloshirt kan vinden. Op het middenterrein in het persvak zie ik inderdaad iemand die aan de beschrijving voldoet. Samen lopen we weer terug naar de andere kant van de baan voor een fotoshoot. Ik ben benieuwd of en wat hij er van gaat maken. Bij publicatie zal hij mij het artikel opsturen.

Ik loop door richting de uitgang van het stadion en ontvang mijn medaille. Via een nauw poortje beland ik in de food zone, waar een zak met drank, repen, gel, fruit wordt uitgereikt. Ik hoor iets over chips. In eerste instantie denk ik, "lekker zout, dat kan ik wel gebruiken". De zoutstrepen staan immers weer op mijn broek. Kort daarna realiseer ik me dat het over de hardloopchip gaat voor de tijdwaarneming. Ik haal hem los van mijn veter en lever hem in.

De vrachtwagens met kleding staan rechts achterin opgesteld. Ik ga richting mijn vrachtwagen. Er staan al veel lopers te wachten op hun kledingzak. Structuur is er niet echt te vinden. Je steekt je startnummer omhoog en hoopt dat één van de vrijwilligers weet waar jouw zak staat. Een goed half uur later is de mijne gevonden.

Ik loop nog even langs bij MDA Hellas. Zij zitten in het sponsordorp aan de andere kant van het parcours. Via een loopbrug bereik ik deze plek. Samen met een aantal medewerkers van MDA Hellas ga ik op de foto. Ze zien me graag volgend jaar weer terug. Ik zeg nog geen nee.....

Achter de tent van MDA Hellas wissel ik eindelijk van kleding. Droge sokken, droog shirt, droge broek. Heerlijk. Door het park wandel ik richting Syntagma, Omonia en mijn hotel. Ik grijp naar mijn koele colaatje in de koelkast en leg mij neer op het bed. Even geniet ik na en besluit eerst de boiler leeg te douchen. Daarna door naar de gezellige wijk Monastiraki voor een welverdiende souvlaki met uitzicht op de Akropolis en de agora. Om 20:00 uur duik in mijn bed in. De volgende ochtend zal om 3:00 uur de wekker gaan en zal ik op pad gaan naar het vliegveld.

zondag 31 oktober 2010

Goed weer

Het weer gaat warm worden. Zonnebrand thuis gelaten, maar het "noodpakket" van MDA Hellas had er een factor 40 in zitten. Moet goed komen.

Naar de start

Vanochtend vroeg opgestaan. Nu op weg naar het Syntagmaplein om de bus naar Marathon te pakken.

woensdag 27 oktober 2010

Losse eindjes

Voorbereiden

Het uur U nadert. Tijd om de laatste losse eindjes aan elkaar te knopen. Gisteren een rustige duurloop gedaan om niet vast te roesten. Ook op pad geweest om energie gelletjes te kopen. Mijn outfit bij elkaar gezocht en de juiste sokken klaargelegd. Bij warm weer zetten mijn voeten iets op en moet ik niet te dikke sokken aantrekken. Dit om te voorkomen dat mijn teennagels blauw kleuren. Het weerbericht ziet er niet ongunstig uit. De komende dagen koelt het af door regen. Op zaterdag trekt de bewolking weg en dat blijft zo op zondag. De verwachting is dat het licht bewolkt zal zijn, geen regen en een temperatuur van maximaal 20 graden. Dit zal bereikt worden rond 14:00 uur. Bij de start zal het al gauw 5 graden lager zijn, 14-15 graden dus.







Dubbel goed is beter
Naast mijn goede-doel-sponsoractie voor Fonds Gehandicaptensport (zie hier), is er nog een tweede goede doel betrokken: MDA Hellas.

MDA Hellas - Muscular Dystrophy Association Hellas - is de organisatie die mijn inschrijving voor elkaar gekregen heeft. Deze organisatie is opgericht in 2000. MDA Hellas is een non-profit organisatie die zich toelegt op verbetering van de overleving van mensen met spierdystrofie en op het aanpakken van de vele problemen die neuromusculaire ziekten veroorzaken. De hoofddoelen zijn promotiewerk in de gezondheidszorg, onderwijs, en sport. Daarnaast ondersteunt MDA Hellas mensen die lijden aan deze ziekten bij het integreren in de samenleving.

Op de ochtend voor de start zullen alle goede-doelenlopers samenkomen en zullen we gezamelijk op de foto gaan. Ongetwijfeld zal ik de foto zsm hier plaatsen. Drijvende kracht voor deze marathon binnen MDA is Christine, secretaresse. Weer erg leuk om te ervaren dat administratieve krachten ook goed voor de mensen zorgen. Zo zit ik bijvoorbeeld erg krap in mijn tijd en heb ik slechts 90 minuten om vanaf de landing in Athene op het Syndagma plein te komen om mijn startnummer op te halen. Christine gaat dat morgen voor mij doen, zodat ik niet in de stress hoef te schieten. Ze heeft ook voor alle MDA lopers een shirt laten maken. Ik ben benieuwd hoe het er uit ziet.

Outfit
Ik zal tijdens de marathon overigens mijn eigen shirt dragen. Dit is een fel oranje shirt van Fonds Gehandicaptensport. Vanmiddag heb ik het shirt naar een drukker in Utrecht gebracht om mijn naam er op te laten zetten. Wellicht dat dat de persoonlijke aanmoedigingen stimuleert. Morgenavond ga ik het ophalen en zal een foto plaatsen.

Laatste training
Morgenochtend de laatste training in Nederland. Een kort loopje van maximaal 40 KM in laag tempo. Daarna mogelijk nog een rondje toeristisch hardlopen rond de Akropolis op zaterdagmiddag. Maar dat hangt af van de verkeersdrukte en het weer.

maandag 25 oktober 2010

Het Marathon Parcours


De marathon begint om 09:00 lokale tijd en start vanaf het Marathon Startgebied in de stad Marathonas. 
 

De eerste 200m van het parcours lopen naar beneden, leidend tot de uitgang van het Marathon Startgebied. Vervolgens loopt het 4 kilometer verder bergafwaarts. Het parcours loopt langs de Leoforos Marathonos tot aan de 4e km. Daar gaat het rechtsaf door de Marathonomachonstraat. De route loopt hier langs het oorlogsmonument voor degenen die stierven tijdens de Slag bij Marathon, de Marathon Tombe.

Het parcours wordt vervolgens vlak van de 6e tot de 10e km. Van de 11e tot de 17 km gaat het parcours bergop op bepaalde stukken. Dan, tot aan de kruising bij Rafina, volgt een steile afdaling. Vanaf de Rafina Junction gaat het parcours weer bergop, waarbij het moeilijkste deel rond de 20e km ligt. Het dorp Pikermi wordt heuvel op en af doorkruist tot aan kilometer 25. Daarna volgt weer een steile klim door de stad Pallini (27 - 28 km). 

Het laatste en moeilijkste deel van het parcours gaat vanaf Gerakas tot Agia Paraskevi (30 - 31 km). Een steile klim bij  Stavros wordt gevolgd door een steile afdaling die leidt tot het Agia Paraskevi Plein. Daarna volgt Mesogeion Laan, lopende door de wijken van Chalandri en Cholargos, met enkel vlakke en bergafgaande delen van het parcours tot de finish. Het meest karakteristieke deel van afdaling begint bij het Ministerie van Defensie  en eindigt bij Katechaki (37,5 km).



Vlak na de Erricos Dynnan Ziekenhuis (38 km), volgt links de Michalakopoulou Laan tot aan de verkeerslichten van de Michalakopoulou en Fidipidou Straat. Na dat punt, volgt het parcours de Fidipidou Straat op tot aan het kruispunt van de Kiffisia & Alexandras Laan (39 km). Vervolgens links op Vas. Sofias Laan langs de Amerikaanse ambassade, de Atheense Concertzaal en het Vrijheidspark (Parko Eleftherias).

Bij het Hilton Hotel slaat het parcours erchtsaf richting het Syntagma Plein, langs het Evaggelismos Ziekenhuis en het Oorlogsmuseum. Op het laatste deel draait het parcours Hrodou Attikou Straat op. Hier komt voor het eerst het  Panathinaikos Stadion in zicht. Niet veel verder lopen de lopers het stadion binnen om de laatste 170 meter tot de finish af te leggen.


donderdag 21 oktober 2010

The final countdown


zondag 17 oktober 2010

40+ : Het leven begint pas boven de 40

Safety in Numbers

De marathon van Eindhoven loop ik als een testloop in voorbereiding op de marathon van Athene, eind deze maand. Dus een mooie mogelijkheid om een en ander uit te proberen en te laten testen.

Meten is weten. Vandaar dat ik mee doe aan een onderzoek van Radboud i.c.m. TNO. Meer hierover op mijn eerdere blog.

Het onderzoek begint al vroeg; om 6 uur 's ochtends moet ik een temperatuurpil innemen en vastleggen hoeveel ik van wat drink en hoe vaak ik naar het toilet moest. Om 7:30 wordt ik op het station Den Bosch afgezet en een klein kwartiertje later zit ik in de trein naar Eindhoven. Vervolgens haal ik eerst de startnummers ophalen in het Beursgebouw. Mijn drankflessen kan ik afgeven en op de gewenste posten laten bezorgen. Nu maar hopen dat dat goed zou gaan. Om 9 uur moet ik mij melden in het stadhuis van Eindhoven. Bij de ingang worden we opgewacht door een intake team. Dit team registreert mijn aanwezigheid, plakt een extra gele stikker op mijn startnummer en geeft de laatste info door over de procedure. Die houdt in dat er eerst geplast moet worden en omgekleed. Vervolgens een weging in de kleding waarin je denkt te finishen en een meting van de vochtbalans.


What do you want from me?

Bloed geprikt
Het onderzoek wordt voortgezet in een andere ruimte. Hier wordt er bloed afgenomen door iemand van het Maxima Medisch Centrum, twee buizen. In mijn dossier, wat ik de gehele procedure met mij meedraag, zat een stickervel. Deze stickers worden telkens gebruikt om een en ander te markeren en verwisseling te voorkomen. Na het bloedprikken moet het zakje van de temperatuurpil ingeleverd worden. Dit is om te controleren of de juiste pil in de juiste persoon gegaan was. Aansluitend wordt via deze pil op afstand mijn interne temperatuur gemeten. Dit gebeurt 3 à 4 keer, om variatie uit te sluiten. Ook mijn drinkdagboek van de laatste 24 uur moet hier ingeleverd worden.

Welcome to the machine

GPS systeem werd geïnstalleerd.
Vervolgens komt er nog meer meetapparatuur aan mijn lijf. Allereerst het GPS tracking systeem. Met dit systeem kan het onderzoeksteam alle lopers in de gaten houden. Handige bijkomstigheid is dat ook het thuisfront dit systeem kan gebruiken om mijn verrichtingen te volgen. Daarnaast krijg ik een hartslagmeter, bestaande uit een borstband en een horloge. Alles staat op scherp en zal met de start automatisch geactiveerd worden. Alle getallen zullen als vanzelf binnen komen rollen. Tot slot wordt er door TNO op basis van mijn eindtijdverwachting een drinkadvies opgesteld, gelijk aan de manier waarop ik tijdens de trainingen drinkadviezen op heb moeten vragen. Drieëneenhalve liter luidt dit advies.

Alles bij elkaar duurt het een kleine drie kwartier voordat ik de gehele molen doorlopen heb en weer buiten sta. Nog even de tas afgeven in de parkeerkelder en vervolgens op naar de start. Mariët zal dezelfde dag meedoen aan de 6KM loop. Omdat zij er niet zo vroeg hoeft te zijn, is zij later vertrokken, samen met mijn moeder. Tegen 10 uur ontmoeten we elkaar bij de parkeerkelder. Na een korte omkleedactie lopen we samen richting de start. Mariët moet een half uurtje eerder starten.

De start is erg druk. Er zijn behoorlijk veel deelnemers voor deze afstand. Nog even spreek ik met één van de verkeersregelaars. Onder andere over het bruggetje over de Dommel, waarvan ik blijkbaar niet de enige ben die deze de eerste ronde niet voelt, maar de tweede ronde, anderhalve KM voor het einde, vervloekt. Na de start van de 6 KM even lekker een stukje opwarmen. Niet te veel, want ondanks eerdere voorspellingen van 14 C, zal volgens de laatste berichten dat toch al weer snel richting de 20 C kunnen gaan.

Run like hell
Alle testlopers starten in startvak B. Dat is het eerste vak voor niet-wedstrijdlopers. Bij entree van dit vak, staat er weer een groep onderzoekers klaar. Zij nemen opnieuw de temperatuur op. Vervolgens is het wachten op de start. Deze tijd gebruik ik om, zoals aangeraden door het interventie protocol, alvast wat te drinken. Hiervoor heb ik een half litertje isotone drank meegenomen. Het lege pak melk blijkt inderdaad een ideaal middel om vervolgens de druk op de blaas weer te ontlasten. Daar zijn ook wel toiletten voor, maar die staan buiten het startvak en zijn inmiddels voorzien van lange rijen wachtenden. Een paar minuten voor de start worden we gemaand om naar voren te lopen. De scheidingen tussen de startvakken zal vlak voor de start verwijderd worden, waardoor startvak C en verder zich achter ons aan zal gaan sluiten. Niet veel later volgt het startschot en zijn we onderweg.

De 40+ KMs,
2 KM voor het eind
Het lopen gaat lekker, erg relaxed. Ik loop veel op mijn hartslag. De eerste ronde houd ik me bewust in om te voorkomen dat ik te snel in het rood kom. De tweede ronde loopt het toerental iets op. De tijd is tot en met kilometer 35 erg constant. Af en toe een klein dipje of piekje, maar geen noemenswaardig verval. Vanaf 35 KM wordt het echter lastiger. Vooral het drinken gaat me erg tegenstaan. Ik heb er op dat moment al zo'n 2,5 tot 3 liter inzitten en krijg het gevoel dat er niet meer in kan. Ik heb er in elk geval weinig zin meer in om nog een litertje weg te drinken. Wel vertraag ik bij iedere drankpost even om een klein beetje water te drinken en over mijn hoofd te gooien. De tijd zak daardoor even wat in. De laatste twee kilometer gaan nog wel aardig, waarmee ik uitkom op een nieuw persoonlijk record van 3:57 uur. De gedetailleerde kilometertijden zijn terug te vinden op deze plek.

Tussentijden in het kort

Outside the wall

Wie mijn finishfilmpje ziet op deze site ziet dat er na het finishen weinig tijd is om bij te komen. Met enige spoed, duik ik de "pittsstraat" in. Hier wordt opnieuw een aantal temperatuursmetingen gedaan. Vervolgens is het linea recta door naar het stadhuis voor het vervolgonderzoek. Niks geen medaille, niks geen bloemen, niks geen drankje, hapje of thermokleed. Je moet wat over hebben voor de wetenschap. Vervolgens ga ik weer de gehele molen door; plassen, wegen, vochtbalans meten, bloed prikken, nogmaals temperatuur meten, invullen wat ik exact onderweg gedronken heb en hoe vaak ik geplast heb (wat op dat moment het moeilijkste onderdeel van het onderzoek is), apparatuur afkoppelen en inleveren. En dan is het eindelijk tijd voor de medaille.

De interne temperatuur blijkt overigens erg opgelopen te zijn. Ietsje boven de 40 C. Ik had altijd wel het idee gehad dat ik veel warmte produceerde, maar zoveel had ik - en ook de betreffende onderzoeker - niet verwacht. Wellicht volgende keer bij dergelijke temperaturen nog meer koelen met sponsen in de nek. En misschien ook geen zweethemd meer onder mijn hardloopshirt, welke dan niet zwart, maar wit zal zijn. Al met al weer een goed leermoment in relatie tot Athene.

De uitslagen van het onderzoek laten nog even op zich wachten. In de diverse media is al wel het een en ander gecommuniceerd. Op de Volkskrant website stond het volgende artikel over het onderzoek en ik begreep van Harm K (oud clubgenoot uit Voorschoten een ook deelnemer in Eindhoven) dat een soortgelijk artikel door Trouw uitgebracht is. Ik mag dus alvast concluderen dat 40 C niet tot onverantwoorde problemen heeft geleid.

Shorter of breath and one day closer to death.
Het zit er weer op. Een marathon lopen valt nooit mee, maar bij deze heb ik weinig schade ondervonden. Een piepklein blaartje op één van mijn teentjes is alles. Geen geschuurde tepels, geen knieblessures, geen uitputtingsverschijnselen.  Op naar de volgende dus in Athene. En Eindhoven zit voor volgend jaar ook al weer in de planning. Als deze volgend jaar ook weer op de tweede zondag van oktober plaatsvindt, zal dat exact op de dag zijn dat ik 42 wordt. Mooi getal overigens, 42, of het nou in jaren of kilometers is. Binair is 42 gelijke aan 101010, de datum van de Eindhoven marathon van dit jaar. Maar bovenal is het "the answer the ultimate question. To life, the universe, and everything". We zullen volgend jaar zien wat Douglas Adams daarmee bedoeld heeft. Dan ook meer over 42.

vrijdag 8 oktober 2010

Testing testing, one-two-free-four

Proefjes doen
Mijn leven lang houd ik al van proefjes doen. Thuis waren ze er niet altijd even blij mee; de scheikundedoos die ik als verjaardagscadeau van mijn opa had uitgezocht, moest bijvoorbeeld terug naar de speelgoedwinkel. Een veilig microsoopje mocht dan weer wel.

Inmiddels is experimenteren van hobby tot beroep geworden. Komend weekend ga ik weer eens experimenteren met mijn andere hobby, hardlopen. Met de marathon van Athene op 3 weken afstand, ga ik als proefloopje de marathon van Eindhoven lopen. Ik had deze in eerste instantie achter de hand gehouden in geval ik me inderdaad niet meer voor Athene in zou kunnen schrijven. Kort na aanmelding voor Eindhoven, ving ik een bericht op via twitter dat TNO/Radboud op zoek was naar testlopers voor hun hydratie onderzoek. Laat vochtopname nou net één van mijn grootste problemen zijn bij langere afstanden. Ik heb me dus snel aangemeld en ben toegelaten tot de interventiegroep.

Het protocol
Uitgangspunt van het onderzoek is dat ook eten en vooral ook drinken getraind kan worden. De interventiegroep moest daarom de afgelopen 2 maanden voor iedere looptraining ook een drinkplan maken. Dit gebeurde via een website van TNO, waarop buitentemperatuur, weertype, afstand, snelheid en kleding samen met voorafingevoerde gegevens zoals bv gewicht gebruikt werden om een aantal milliliters water te berekenen dat je tijdens je training zou moeten drinken. Voor en na iedere training moest ook het gewicht opgenomen worden en samen met andere parameters in een loopdagboek ingevoerd worden.

Zuipschuit
Tot zover allemaal nog best te doen. Echter, hoge temperaturen en lange afstanden resulteerden vaak in hoeveelheden van twee-en-een-halve liter per training of meer. Niet altijd even makkelijk mee te krijgen tijdens een training. Gelukkig mocht dit ook 15 minuten vooraf en tot 30 minuten na afloop gedronken worden. En in sommige gevallen fietste Mariët mee op haar fiets, haar boodschappenmandje volgeladen met gevulde bidons. In de meeste gevallen verliep dit erg goed. In het begin wekte het vele drinken plasreflexen op. In latere trainingen werd dat minder. Naar mijn idee dat de opname van het vocht inderdaad steeds beter werd. Een hele liter water 15 minuten vooraf was niet echt geschikt voor mij. Dat leek zo'n overmaat dat het er aan de achterkant uit dreigde te komen.

Het experiment

Komende zondag vindt de rest van het experiment plaats. Alle drank die ik vooraf drink en het plasgedrag moet ik registreren. Vooraf wordt ook bloed en urine afgenomen. Ook dan krijg ik weer een drinkadvies mee voor onderweg. Daarnaast moet ik die ochtend een temperatuurmeetpil inslikken. Met deze pil zal vooraf en achteraf mijn interne temperatuur gemeten worden. Ik krijg een hartslagmeter om die tijdens de gehele marathon mijn hartslag zal meten. Ook krijg ik een band om die mijn locatie en snelheid live registreert. Bijkomend voordeel van dat laatste is dat jullie allen mij ook via deze website kunnen volgen. Ik ben het lichtblauwe bolletje en te selecteren in het rechter blok.

Tijdens dit alles lopen we rond in een shirt van testloper.nl, om de herkenbaarheid voor de onderzoekers te vergroten. Er is gekozen voor de kleur zwart. Lekker warm dus ....




Mijn eigen proefjes


Zelf zal ik ook een beetje gaan experimenteren komende zondag. Met de hartslagmeter heb ik veel getraind de laatste weken. Daarmee lukt het mij mezelf de eerste 10-15 KM beter in toom te houden en niet te hard van start te gaan. Dat is dus ook het plan tijdens de marathon; rustig starten en tot 15 KM gebruiken om in het ritme te komen. Vervolgens tot 30 KM lekker lopen en vanaf 30 KM gaan versnellen. We zullen zien wat het oplevert.

dinsdag 5 oktober 2010

Eindhoven Marathon, 14 oktober 2007

Vertel mij, o Muze, van de zwerver,
de vindingrijke,
die maar ronddoolde,
nadat hij de heilige stad van Troje verwoest had.




Proloog


Ieder heeft zo zijn eigen redenen om een marathon te gaan lopen. Sommige willen er ééntje gelopen hebben voordat ze 30-40-50-etc jaar worden. Anderen sluiten in een jolige bui of onder invloed van net even iets teveel alcohol een weddenschap af. Zelf heb ik me tijdens een les Grieks op de middelbare school, het verhaal van de slag tegen de Perzen bij Marathon vertalende, in mijn hoofd geprent dat, 2500 jaar na ijlbode Pheidippides, het tijd is voor mij om deze legendarische tocht van Marathon naar Athene af te gaan leggen. Dat zou dus 2010 moeten worden. En goed werk heeft tijd nodig, dus op tijd beginnen kan geen kwaad. Ik volg dan ook met grote nieuwsgierigheid de ontwikkelingen rond de groep die dat dit jaar gaat doen.

Na de afgelasting van Rotterdam wegens de hitte bleef er een ongeopende enveloppe van Marijke H, trainster van de duurloopgroep, liggen. Dat was de directe uitdaging om zo snel mogelijk weer eens een marathon te lopen. Echter, om Pheidippides niet ook in zijn levenslot na te volgen - de roemruchte boodschapper viel bij aankomst op de markt in Athene dood neer; hij bleek een zonnesteek te hebben opgelopen - moest het er deze keer één worden waarbij de kans op te zonnig weer zo klein mogelijk was. Harm raadde me toen de marathon van Eindhoven aan. Hij bleek het erg gezellig gehad te hebben in het Brabantse. De marathon wordt jaarlijks gehouden halverwege oktober. De kans op te warm weer is daardoor verwaarloosbaar klein. Verder sprak een marathon in de province waar ik vandaan kom, mij erg aan. Ik heb me dus snel ingeschreven om een stok achter de deur te hebben.


De Trojaanse oorlog - Odysseus begint na de inname van Troje aan zijn terugreis naar zijn eiland Ithaka en naar zijn vrouw Penelope.

Na een rustige periode tussen de halve marathon van Leiden en de vakantie heb ik vanaf half Juli de draad weer serieus opgepakt. Marijke H plande heel wat zondagen in met wat langere duurlopen, oplopend tot meer dan 30 KM in de laatste maand. Zo hebben we in de vroege ochtend meerdere malen tussen de damherten gerend bij de Zilk, is er een mooie route van 32 KM door de duinen op de kaart gezet, en heeft Harry, medeloper in de duurgroep, ons onlangs nog door de bijzondere stukjes van het Groene Hart geleid. Op dinsdagen en woensdagen heb ik zelf getraind of voor de snelheid af en toe met de groep van Ed Z, trainer van de wedstrijdgroep, meegedaan. Daar was trainen met mate het devies, iets wat met die snelle jongens en de gedrevenheid van Ed niet altijd even makkelijk was. En op de donderdagen uiteraard weer duurinterval bij Marijke H. De laatste week heb ik gas teruggenomen en koolhydraten gebunkerd. Uiteindelijk weet je dan toch nog steeds niet zeker of je er wel helemaal klaar voor bent. Maar er is geen ontkomen meer aan.


De Sirenen deel 1 - Sirenen zijn halfgodinnen, half vogel en half mens. Ze zingen zulke mooie liederen, dat ze iedere schipper in de verleiding brengen, en waardoor vele schepen op de klippen zijn gelopen.

Zondagochtend 14 oktober, op naar Eindhoven. De stoptrein van Rosmalen naar Den Bosch heeft 15 minuten vertraging. De aansluiting op de intercity kunnen we dus wel vergeten. We zijn gelukkig op tijd weggegaan. In plaats van half tien zullen we nu om kwart voor tien in Eindhoven zijn. Na de overstap in Den Bosch zitten we in een erg rustige trein. In de hele coupe zit, behalve Mariët (mijn vrouw) en mijn ouders, slechts één man. Ook hij heeft zijn sporttas bij zich, dus dat moet een (marathon)loper zijn. Uiteraard raken we in gesprek. We hebben het over de hazen die er lopen, de pacing teams. Ik had zelf bedacht om met de groep van 3:45 mee te lopen, de paarse ballon. Doel was immers om onder de 4:00 uur te lopen en in principe zou 3:45 - 3:50 haalbaar moeten zijn. De man in de trein blijkt op de halve marathon ongeveer even snel te lopen als ik. In zijn eerste marathon gaat hij voor de 3:30. Klinkt erg aantrekkelijk en "als hij het kan, waarom ik dan niet", flitst het door mijn hoofd. Tien minuten later stopt de trein op station Eindhoven. De man verdwijnt uit het zicht en de wijze woorden van Marijke H ("ga rustig van start") brengen mij weer tot zinnen. We verlaten het station en volgen de borden die ons richting het startgebied leiden.


De Onderwereld - De Onderwereld wordt bewaakt door Cerberus, een driekoppige hond.

We banen ons een weg door een druk centrum. Er zijn een tweetal kortere loopjes over 3 en 6 KM georganiseerd. Veel oog hebben we hier niet voor. Onderweg wordt ons het nodige promotiemateriaal aangeboden. Sommige dingen zijn best handig. Zo heeft het Eindhovens Dagblad een zitdoos in de aanbieding. Erg handig als je wat langer moet wachten en niet wilt blijven staan. Ook is er een stand van een speeltuin of iets dergelijks die heliumballonen weggeeft. Mariët besluit om een rode ballon mee te nemen en die aan de tas te knopen. Op die manier kan ik haar makkelijker uit het publiek pikken. Via de wegwijzers belanden we bij de parkeerkelder van het stadhuis. Ik spreek met mijn supportersgroep af dat onze wegen hier scheiden. Deze "Onderwereld" wordt scherp bewaakt door drie beveiligingsmensen. Zij is immers alleen toegankelijk voor hen die de hel van de marathon in wensen te gaan. Menig begeleider moet op dit punt dus onverhoopt afscheid nemen van zijn/haar held. In de kelder is het lekker koel. Naast een drukbezochte plaspaal is er ook de mogelijkheid om de tas af te geven. De mensen aan de tassenbalie vragen me of het lekker weer is buiten. Zij zijn al voor dag en dauw deze kelder in gegaan en hebben geen idee wat er zich buiten afspeelt. Ook de hazen hebben zich hier verzameld.


De Lotuseters - De Lotuseters eten, zoals hun naam doet vermoeden, enkel lotus. De plant lotus wordt door kenners gemerkt als een van de eerste verdovende middelen.

De paarse ballon blijkt vervangen te zijn door een groene. Als deze groene ballon de kelder verlaat en richting de startstreep gaat, is er een behoorlijk groepje dat er achteraan gaat. In de drukte op het stadhuisplein is het even goed opletten. Al snel belanden we op het parcours dat richting de startstreep gaat. Omdat we wat laat zijn, staan we een beetje ver achteraan. Gelukkig is de sfeer allervriendelijkst en kost het geen enkele moeite om met de gehele groep ons te positioneren tussen de ballon van de 3:30 en die van de 4:00. Naast mij zie ik een man met een pak melk staan. In eerste instantie verbaas ik mij er over, want melk lijkt mij nou niet de beste dorstlesser. Enige minuten later blijkt dat dit pak niet geleegd wordt, maar juist gevuld. Na de bovenkant dichtgevouwen te hebben wordt het onder het hek door aan de kant van de weg geplaatst. Nu maar hopen dat niemand dit aanziet voor een pak met isotone AA-drink.

Mijn horloge staat al op startklaar. De gewone tijd kan ik daardoor even niet zien. En door de bocht in het parcours zie ik ook geen klok bij de start. Ik heb dus geen idee hoe lang het precies gaat duren voor we weggaan. Dan klinkt wat gepraat over de luidspreker en ik hoor een knal. Dat moet het startschot geweest zijn. Geen emotioneel "You'll never walk alone", want je weet dat je het uiteindelijk toch zelf moet doen. Nee, gewoon wat lekkere vrolijke muziek.

De start gaat erg ontspannen. Ik heb zelden een wedstrijd meegemaakt waarin zoveel mensen voldoende ruimte voor elkaar lieten. Dat gaf ook meteen de gelegenheid voor onze haas om met het juiste tempo aan te vangen. Onder het spoor door rechtsaf en dan links de Montgomerylaan op. Bij de Europalaan rechtsaf. Hier stond redelijk wat publiek en op diverse plaatsen stonden DJ's die pittige muziek door de luidsprekers lieten galmen. Ook was al snel duidelijk dat er niets aan het toeval werd overgelaten; de EHBO was overduidelijk aanwezig. Nergens was de weg zodanig smal dat er vertraagd hoefde te worden.

Lopend over de Achilleslaan passeer ik de Agamemnon-, de Menelaos-, en de Odysseuslaan; vernoemd naar helden uit de Trojaanse oorlog. In onze groep blijkt Wim de held te zijn, de lokale held wel te verstaan. We kunnen geen 2 KM lopen of we passeren wel een groepje mensen dat ons uitbundig toejuicht. Het lijkt wel of hij daags tevoren op de voorpagina van het Eindhovens Dagblad heeft gestaan. Bert, hij heet misschien wel geen Bert, maar dat is wat ik er zo 1-2-3 van meekreeg, is de andere held. Hij is onze haas. De supporters van Wim zijn hiervan inmiddels op de hoogte. Zij kennen het belang van deze (bege)leider voor Wim. Vandaar dat ook Bert inmiddels telkens weer op verbale support kan rekenen van de fans van Wim. Na 8 KM passeren we een sponsenpost. Ik maak dankbaar gebruik van deze vochtige sponsen om in elk geval letterlijk mijn hoofd koel te houden. Een tip van Peter van P, een medeloper van mijn duurloopgroep, na Rotterdam. Met zijn andere tips (rondlopen met ontbloot bovenlijf en tussentijds even een frisse duik) heb ik niets gedaan. Kort na deze sponsenpost reikt een dame in ons groepje me nóg een spons aan. Deze moet ik maar even gebruiken om het schuim van mijn billen af te vegen. Blijkbaar heeft er al enige zoutafzetting plaats gevonden. Ik volg haar advies op zonder echt te kunnen zien of het minder wordt. Ik dank haar hartelijk voor het feit dat ze een oogje houdt op het esthetische aspect van hardlopen. In de tussentijd vraag ik me wel af waar loopsters nou op letten als ze aan het hardlopen zijn.... We raken een beetje aan de praat over het (te) prachtige herfstweer en de mooie goudkleurige bomen waar we langs mogen lopen. Voor we het weten zijn we weer een kilometertje verder.


De Sirenen deel 2 - Odysseus stopt de oren van zijn mannen dicht met bijenwas en laat zichzelf vastbinden aan de mast, zodat hij wel de gezangen hoort, maar niet naar ze toe kan varen.

In mijn ooghoeken zie ik een bekend shirt. Het is het gifgroene shirt van Marijke R, ook een medeloper in mijn duurloopgroep. Ik heb geen idee of wij inlopen op haar of dat ze ons voorbij is komen lopen. Het lijkt er op alsof ze lichtjes op ons uitloopt. Marijke kan prima een marathon in 3:45 lopen, dus als ik daar voor ga, dan is aanhaken misschien geen slecht idee. Van de andere kant weet ik dat Marijke gewoon doorbuffelt, daar waar ik in het laatste stuk nog wel problemen verwacht. De verleiding is groot. Er is maar één oplossing: voldoende afstand creëren, zodat aanhaken geen optie meer is. Om die afstand te scheppen, las ik een korte plaspauze in die toch al onvermijdelijk leek te gaan worden. De eerste kilometer erna ben ik vervolgens alleen nog maar bezig om terug te komen bij "mijn" haas. Wanneer ik weer bij mijn groepje aanhaak, is Marijke inmiddels al lang en breed aan de horizon verdwenen. Daar hoef ik me niet meer druk over te maken. Ik knoop mij vast aan Bert, de haas, en heb zo weer een verleiding weerstaan.


Penelope - Penelope was de gade van Odysseus. Zij wachtte twintig jaar op zijn thuiskomst uit de Trojaanse oorlog.

We gaan weer onder het spoor door en slaan dan linksaf. Daar lopen we langs het Philipsterrein. We passeren het viaduct bij het beroemde ANWB bord met daarop Mastricht. Want waarom zou je Máástricht schrijven als je het als Mastrícht uitspreekt. Vervolgens sluipen een jaren 30 woonwijk in. In de straat waar we doorheen lopen staat een vrouw luidkeels letterlijk iedere loper toe te schreeuwen. We moeten vooral volhouden. Ik roep haar toe dat zij dat ook moet doen, want ik denk haar hulp het tweede rondje nog hard nodig te zullen hebben.

We gaan weer linksaf langs de volgende muziekband op de kar. "Ik ben blij dat ik je niet vergeten ben" van Joost Nuissl blijkt erg populair; het klinkt noch voor de eerste noch voor de laatste keer vandaag. De tekst moeten we er zelf bij meezingen: "Ik dacht, ik weet niet wat ik dacht, maar ik denk nu wat is 't goed". Het is niet altijd even zuiver, maar stimulerend werkt het wel.

Het PSV stadion komt in zicht. Vroeger leek de afstand van het parkeerterrein bij de klok tot het stadion veel groter. Of waren mijn passen toen kleiner? Links van de weg doemt in de verte een rode ballon op tussen het publiek. Zoals afgesproken staan Mariët en mijn ouders iets voorbij de hoofdingang met een nieuwe voorraad water en gelletjes klaar. Erop anticiperend dat het me wat tijd zal kosten om leeg voor vol om te wisselen ga ik 200 meter eerder ietsje vóór de haas uit lopen.

De wissel loopt vlotjes, zodat ik vrijwel meteen weer aan kan sluiten achteraan het groepje. Daarbij ontmoet ik de dame van de schuimbillen weer. Ze heeft 5 meter moeten lossen en krijgt van het publiek te horen dat ze aan moet haken. "Ik moet inderdaad nog even bijblijven," zegt ze me, "want als ik er nu al alleen voor kom te staan is het snel bekeken". Ik neem haar mee op sleeptouw tot we weer bij de groep zijn. We praten wat over marathons lopen. Ook zij behoorde tot de mensen die in Rotterdam niet meer verder mochten. Dat schept dan toch weer een band. Nu is ze in voorbereiding op "New York". Waarschijnlijk gaat ze "Eindhoven" niet uitlopen en gaat ze tussen de 25 en 30KM afhaken. Dat is het laatste wat ik van haar gezien en gehoord heb. Ik loop door naar de kop van de groep en ga even naast de haas lopen.


De Sirenen deel 3 - Het schip komt ongeschonden voorbij het eiland van de sirenen.

Bert de haas loopt gedegen. Zijn schoenen zijn hagelwit en dus splinternieuw. Het is de klassieke Asics-III, waar ik zelf ook nog een tijdje op gelopen heb. En ik altijd maar denken dat je niet op nieuwe schoenen een marathon moet gaan lopen. Mijn schoenen zijn daarom oud, heel oud. De neuszool heb ik laten vervangen toen ik er gaten in ging lopen. Zo kan ik nog een tijdje langer lopen op deze schoenen die aan mijn voeten gegoten zitten. Bert uit Hoofddorp loopt normaal 3:20, zo vertelt hij mij. Voor hem is 3:45 dus geen probleem. Hij meldt de groep dat tussen de 15 en 20 KM de omschakeling naar vetverbranding moet gaan plaatsvinden. Dat is een lastig moment waar we even doorheen moeten. Bij mij is er geen centje pijn, dus ik heb er alle vertrouwen in dat me dat gaat lukken. Het doel is nu om de eerste ronde 1 à 2 minuten onder het schema te lopen, zodat er 3-4 minuten verval in het tweede gedeelte mogelijk is. Klinkt goed, vooral nu de benen nog doen wat het hoofd wil.

Aan het einde van de Tongelresestraat, die niet al te inspirerend is, passeren we weer een registratiemat en draaien richting centrum. Het gaat echt lekker. Ik bedenk me dat, als ik straks in de tweede ronde weer op deze plek ben, ik nog even aan ga zetten. Tegelijkertijd realiseer ik me dat tegen die tijd mijn hoofd waarschijnlijk niet meer wil wat mijn benen doen of omgekeerd.

We draaien schuin links de Dommelstraat in en gaan over de Jan van Lieshoutstraat het Stratumseind op. Of het feest is hier al vroeg begonnen, of het is hier gewoon doorgegaan. Door de nauwe doorgang, die overigens breed genoeg om opstoppingen te voorkomen, is het contact met het publiek erg intiem. Een paar minuten mogen we delen in de feestvreugde die hier gaande is. Onze kilometertijd gaat daardoor ongemerkt ook even lichtjes omlaag. We draaien rechtsaf richting de eerste doorkomst. Die gaat in netto ongeveer 1:50:00. Bert houdt woord. Op hem kunnen we rekenen.


Helios - Helios dwingt Zeus de mannen van Odysseus te straffen. De bliksemschichten van Zeus raken het schip van Odysseus, waardoor het zinkt. Odysseus blijft alleen over. Hij zal zijn tocht terug naar huis alleen moeten voortzetten.

Net na de onderdoorgang onder het spoor nabij het station herken ik mijn verzorgingsteam weer aan de rode ballon. Wederom probeer ik alvast het verlies in tijd goed te maken door een klein beetje voor de groep uit te gaan lopen. De liters vocht die ik onderweg tot mij heb genomen zijn er via zweet allemaal weer uitgegaan. Mijn shirt is drijfnat. Het wordt tijd voor een droog shirt. Om wat meer persoonlijke support onderweg te krijgen in de ongetwijfeld moeilijke kilometers die gaan komen, en wetende dat mijn eigen supporters niet overal tegelijkertijd kunnen staan, trek ik mijn "Eric" shirt aan. Al snel heeft dat het gewenste effect. Binnen de kortste keren ben ik populairder dan Wim, die toch telkens weer 2 KM moet wachten voordat hij aangemoedigd wordt. Ondanks dat wordt het er niet makkelijker op. Uit de wind in de zon loopt de temperatuur stiekem aardig op. Ik doe mijn best om goed bij te drinken, maar een licht dorstgevoel begint op te komen.

We slaan wederom de Achilleslaan in, passeren de Agamemnonlaan, de Menelaoslaan en de Odysseuslaan. Deze helden zijn dood en begraven of hebben wellicht niet eens bestaan. Mijn held in levende lijve is nog steeds Bert. Het tempo blijft constant en hij weet een aardig groepje bij elkaar te houden. Dan wijkt hij plots uit naar links. Ook helden blijken te moeten plassen. Er wordt voorin wat gegrapt over demarreren, maar we komen al snel tot de conclusie dat het geen kwaad kan hem nog even bij de groep te houden. Het zwaarste gedeelte moet immers nog komen. We maken echter stiekum wel van de gelegenheid gebruik om wat gas terug te nemen. Bert is daardoor binnen de kortste tijd terug bij zijn groep en legt er weer een straf tempo op.

We naderen de 30 KM. Bij de drinkpost besluit ik om even goed bij te drinken. Ik moet daardoor de groep laten gaan en het verder alleen doen. De volgende 5 KM zijn mede daardoor erg zwaar. De temperatuur loopt steeds verder op en tussen de huizen staat weinig wind. Wederom passeer ik de vrouw die iedereen aanmoedigt. Zij heeft het nog niet opgegeven en geeft aan dat ook ik zeker nog even vol moet houden. Met zulk enthousiasme kun je alleen maar doorgaan.

Ook het PSV stadion komt weer in zicht bij het 35 KM punt. De afstand van het parkeerterrein naar het stadion voelt deze keer vele malen langer dan ooit tevoren. Op het punt waar ik in de vorige ronde bij kon tanken met drank en gelletjes, was mijn supportersteam afwezig. Ik krijg gelukkig een Powerbar aangeboden van iemand uit het publiek. Vreselijk taai spul is dat, maar blijkbaar met veel energie. Ik zet de gang er weer in. Om het hoekje staan mijn supporters geketend aan de rode ballon. Hier ruil ik het restant van mijn Powerbar in voor een banaan, die wat makkelijker weg te werken is. Ook tank ik wat water bij. Even zet ik me neer op de ingenieuze zitdoos van het Eindhovens Dagblad. Dan ben ik weer "klaar" voor de laatste 7 KM.


Kirke - Kirke, dochter van de zon Helios, was een tovenares. Zij leefde op het eiland Aeaea. Wanneer Odysseus op Aeaea terecht komt, doet zijn bemanning zich te goed aan het feestmaal van Kirke en verandert deze daardoor in beesten.

Iedere drinkpost die ik vervolgens tegenkom gebruik ik goed om vocht tot me te nemen.  Dat kost allemaal natuurlijk tijd, maar dat geeft niet. Ondanks zijn afwezigheid spelen de woorden van Bert de haas door mijn hoofd: "Het gaat er om om te genieten van de marathon." Ik geniet van de studenten die uit het raam hangen en me aanmoedigen en ook van een mooi parkachtig stukje in het parcours.

Dat genieten vergaat me echter al snel als ik weer op de Tongelresestraat beland. Deze lange rechte weg van ruim 1200 meter, slechts onderbroken door een kleine knik bij de oversteek over het kanaal, is een ware psychologische test. Vanaf de brug bij het DAF museum is in de verte de bocht al te zien waar je twee keer linksaf moet. Deze bocht lijkt echter slechts mondjesmaat dichterbij te komen. Gelukkig zitten er diverse buurtbewoners langs de kant van de weg om de langskomende lopers verbaal te ondersteunen. Ook staat er steeds meer publiek langs de kant met een banaantje of een appeltje. Op driekwart van de straat wordt me een ijsje aangeboden door een peuter. Papa is nog onderweg en bij het wachten op hem geeft ze haar Danoontje ijsjes weg aan wie maar wil. Koude dranken, ijsjes en dergelijke, je hoort alleen maar dat je dat niet moet doen. Alle waarschuwingen in de wind slaande, negeer ik deze aanbieding echter niet. Al was het maar om de kleuter niet teleur te stellen. Het is wel goed dat haar moeder dat ook even duidelijk maakt aan de voorbijkomende lopers, want je neemt niet graag het ijsje van een peuter af terwijl ze dat eigenlijk niet zo bedoelt. Haar moeder vraagt me of ik ook iets te drinken wil en zo ja wat dan? Dan ga ik er maar even bij zitten. Op mijn verzoek wordt me een koud colaatje ingeschonken. Het is er erg gezellig. Helaas kan ik niet te lang blijven; ik moet weer verder. Ik heb namelijk beloofd aan mijn vrouw om hem deze keer uit te lopen (anders "mag" ik nooit meer een marathon lopen). Verder wil ik dat vandaag eigenlijk binnen de 4 uur doen. Dat doel, binnen de 4 uur, is nog steeds haalbaar. "Dat gaat lukken hoor", zo meld ik mijn weldoeners. "Dit is mijn startnummer, kijk morgen maar in de krant. Houdoe."

De Faiaken - De Faiaken, worden getypeerd als een zorgenloos, opgewekt en gastvrij volk van zeevaarders dat eenieder die bij hen belandt, gul onthaalt en thuisbrengt op gedachtenlezende schepen die zonder stuurman of roer hun weg vinden.

Ik meld nog even dat ik nu doorga tot het einde, maar onderweg nog wel even één keer stop om wat te drinken. Ik passeer het punt waarop ik in de eerste ronde dacht aan versnellen in de tweede ronde. Eigenlijk gaat het zo gek nog niet. Ik haal steeds weer mensen in en wordt niet meer ingehaald. Dus, zo denk ik, als ik even aanzet, ben ik met een kwartiertje door die laatste 3 KM heen. Dat geeft de burger moed. Weer steek ik schuin de Dommelstraat in en beland op de Jan van Lieshoutstraat. Mijn "Eric" shirt heeft het gewenste effect. Bijna 800 meter lang, tot aan het einde van het Stratumseind, word ik vooruit geschreeuwd. Stoppen is geen optie meer. Het geeft me het gevoel dat ik 4':45" per KM loop. Later bleek dat in mijn log toch wel wat langzamer te zijn geweest.

In de euforie passeer ik, voor wat het waard is, nog enige tientalle lopers. Even mor ik nog hardop vanwege het kleine heuveltje in het parcours en dat ik dacht dat "De Heuvel" alleen maar een winkelcentrum was. Het blijkt de brug te zijn over de Dommel. Die had ik de eerste ronde niet voelen liggen. Als ik rechtsaf de hoek om ga is het nog 500 meter. De finish komt in zicht en de klok geeft nog geen 4 uur aan. Dat meldt de speaker ook nog even als aansporing voor mij en de lopers om mij heen om nog even aan te zetten. Ik draai nogmaals rechtsaf en passeer de streep.


Ithaka - Ithaka is het eiland van Odysseus, zijn thuis.

Met een voldaan gevoel ontvang ik de medaille. Tien meter verderop toornt een rode ballon boven de massa uit als rots in de branding. Ik haal mijn spullen uit de kelder, neem de handdoek in ontvangst en trek wat droogs aan. Op naar de welverdiende Bossche bol.


Epiloog

"Νενικήκαμεν (Wij hebben overwonnen!)", zei Pheidippides, en viel volgens de overlevering na het uitspreken van dit bericht dood neer. Gelukkig wordt deze versie van het verhaal sterk in twijfel getrokken. Volgens sommige bronnen rende hij daarna namelijk ook nog eens terug naar Marathon, terwijl elders gemeld wordt dat hij zelfs doorgelopen zou zijn naar Sparta. Alleen dat al is een goede reden om het niet bij deze ene keer te laten.

zondag 6 juni 2010

Toeristisch Hardlopen deel 2: Het Litteken

Proloog
Berlijn neemt een bijzondere plaats in in mijn herinneringen. Niet dat ik er zo vaak geweest ben, maar het was de plaats waar in mijn jeugd de contouren duidelijk waren, letterlijk en figuurlijk. Je had er communisme en kapitalisme en dat was gescheiden door een hoge dubbele muur. Dat is het voor mij altijd gebleven, Berlijn, de stad van de muur. En nog steeds vormen de restanten van deze scheidslijn de contouren van een litteken. Een litteken dat ruimte laat om een rondje om/door de stad te rennen.

Go to the start
Om half zeven 's ochtends sta ik klaarwakker naast mijn bed. Pas na de middag hoef ik op het congres te zijn, dus er is wat tijd om te doden. Ik besluit direct mijn loopschoenen aan te trekken en gok er op dat Berlijn nog niet ontwaakt is. Dat zou de ideale gelegenheid zijn om te voet de stad te verkennen. iPod op en gaan. Mijn hotel staat op een voormalig stukje spergebiet tussen de twee muren. De plaats van de buitenmuur, die hoge, is in de straat gemarkeerd met kinderkopjes. Als een lint trekt dit litteken zijn sporen door de Berlijnse straten. Toch besluit ik te starten op een andere plek: de Gendarmenmarkt. Enerzijds omdat dit gewoon een mooi plein is, zeker bij mooi weer, anderzijds omdat er een cafe zit met internet toegang. Kan ik mooi mijn start life loggen voor twitter en facebook.

Als achtergrond muziek zet ik "Is there anyboy out there?" op van Pink Floyd, The Wall in live uitvoering, de 2e CD. Doet me herinneren aan het concert dat ex-Pink Floyd Roger Waters gaf kort na het vallen van de muur, op de Potsdammer Platz. Een gemiste kans mijnerzijds om deze artiest life op te kunnen zien treden met zijn grootste meesterwerk. Nee, ik verkoos er toen voor om hertentamens te doen en zodoende mijn propaedeuse in een jaar te halen. Het concert wel gezien toen op een klein zwart-wit TV-tje op mijn erg hete studentenkamer. Een groot spectakel. Volgend jaar krijg ik een herkansing, als Roger Waters Arnhem aandoet met de vertoning van deze Rockopera. De tickets liggen al klaar.

Via de Friedrichsstrasse ren ik in zuidelijke richting naar Checkpoint Charlie.

Hey you, out there beyond the wall
Aparte plaats, Checkpoint Charlie. Commercie heeft hier de overhand genomen met als hoogste dieptepunt de mogelijkheid om je te laten fotograferen met je eigen camera/fotograaf samen met een russisch en/of amerikaans geklede acteursoldaat. Maar niet om zeven uur 's ochtends dus. Ook het bezoek van Keith Haring, waarbij hij zijn karakteristieke afbeeldingen als open source art op de Berlijnse muur achterliet op deze plek, wordt inmiddels commercieel stevig uitgebuit. Onlangs heb ik nog met grote interesse een documentaire over Haring. Zijn ideeen over wegwerpkunst hebben ook hier een vervolg gekregen; de muur inclusief zijn schilderingen zijn inmiddels verdwenen en alleen nog in kaartvorm te bezichtigen.

Ik sla rechtsaf de Zimmerstrasse in en volg vanaf daar het litteken richting de Potsdamer Platz. Aan de linkerzijde passeer ik het "Topographie des Terrors" museum en de "Martin Gropius Bau".


Is there anybody out there?
Potsdamer Platz, ooit bruiste Berlijn, als "Die Mitte der Welt" zoals Edgar Reitz de periode 1929 – 1933 in zijn epos "Die Heimat" prachtig weergeeft. Het na-oorlogse Potzdamer Platz is een grote no-go zone, platgebombardeerd tijdens WOII. Van de kale plek waar voor het laatst The Wall werd opgevoerd is niets meer over. Architectonische "hoogstandjes" hebben de vlakte gerepopuleerd. Niet altijd even mooi en de historische houdbaarheid moet ook nog maar aangetoond worden. Het gapende gat is echter verdwenen en het verkeer raast er weer vrolijk voorbij. Rechts aanhouden, langs een groot monument ter herdenking van de Joodse oorlogsslachtoffers aan de rechter zijde (met daar tegenaan een atletiekbaan) en aan de overkant van de straat een iets meer weggestopt monument voor homoskesuelen die een gelijk lot ondergingen.

Ik vervolg het litteken, dat op deze toeristische plek van kinderkopjes is veranderd in travertijnen (?) stroken.

Nobody Home
Ik passeer de Brandenburger Tor en nader de Reichstag. Tijdje lang onbewoonbaar verklaard, eerst vanwege een brandje, daarna omdat er geen behoefte was aan democratie, vervolgens verwoest en herbouwd. Sinds de 90-er jaren weer bewoond. Tussendoor nog ingepakt door Christo. Ik loop er aan de oostkant langs, nog steeds het litteken volgend. 3KM gelopen op dit punt.

Ik stuit op de rivier de Spree, sla rechtsaf en steek links de brug over. Linksaf gaat het, de oever volgend in noordwaartse richting.

.... to be finished soon ...

zaterdag 15 mei 2010

Toeristisch hardlopen deel 1: Florence Mei 2010

De proloog

Onlangs daagde Harm Klifman mij (en andere Linkedin-ners) uit om toeristisch te gaan hardlopen. Harm refereert dan vooral aan zijn marathons in Berlijn, Athene, Barcelona, etc. Zelf zie ik dat niet zo zitten; HARDlopend 42KM afleggen en ook nog van de omgeving genieten. Dat gaat bij mij ongeveer 30KM goed en daarna heb ik het wel gezien. Maar misschien bedoelt hij wel "Hardlooptoerisme". Naar een plaats gaan waar een hardloopevenement is en aansluitend/vooraf de toerist uithangen. Dat klinkt al veel beter, al kan het ook een smoes zijn het lopen van een marathon in exotische oorden te rechtvaardigen bij je partner. Voor mij is toeristisch hardlopen genieten van de omgeving tijdens het hardlopen, bij voorkeur op plekken waar echt iets te zien en/of te beleven valt. Aangemoedigd door de actie van Harm dus maar weer eens de schoenen in de koffer gegooid op weg naar weer eens een congres.

Klik hier voor de route op kaart.


Bestemming Florence

De Europese federatie voor Immunogenetica houdt dit jaar haar 24e congres in Florence. Daar ik zelf betrokken ben bij de organisatie van 2013, het een goede plek is om collega's uit de gehele wereld te ontmoeten en bovenal om de laatste nieuwtjes op het gebied van orgaan- en beenmergtransplantatie te weten te komen, toog ik dus naar Toscane. Je denkt: Toscane is Italië is mooi weer. De weersvoorspellingen gaven wel mooie temperaturen aan, maar in het weekend moest ook op regen gerekend worden. Daar was bij aankomst op vrijdagmiddag niets van te merken. Het was een heerlijk voorjaarsweertje. Dat bleek de volgende ochtend wel anders. Nederlandse taferelen dus.

Van de regen in de drukte
Om 9:30 toch maar de stoute schoenen aangetrokken. Nat word ik toch. Is het niet van de regen, dan wel van het zweet. Vooraf heb ik op de hotelkaart een route uitgestippeld en in mijn hoofd geprent. Vanaf mijn hotel loopt er één rechte weg naar de Ponte Vecchio. Deze komt langs Palazzo Medici Riccardi, Basilica di San Lorenzo, de Duomo met zijn baptisterium om vervolgens via het Piazza della Repubblica aan de Arno uit te komen. Ondanks dat het weekend is, is het op deze toeristische route erg rustig. Is het de regen, of komt het door het vroege tijdstip? Te zien aan de grote hoeveelheden koffers op wieltjes is iedereen op deze "wisseldag" bezig met vertrekken of arriveren. In elk geval lopen ze me niet voor de voeten. Met een kleine anderhalve kilometer sta ik op de Ponte Vecchio. Bijna alle winkeltjes op de brug zijn gesloten. Halverwege de brug staat een bronzen buste. Een tweetal toeristen, waarschijnlijk Amerikaans aan de taal te horen, maakt er een foto van. Ik herken de persoon niet die in brons gegoten is en vraag me sterk af of deze twee een idee hebben waarom dit beeld er staat. Misschien dient het plaatje enkel als bewijs dat ze er geweest zijn. Ik neig te stoppen om de vraag te stellen, maar loop uiteindelijk toch door. Een paar tellen later ben ik er weer af.

Trasarno
Het is even opletten geblazen. De straten worden niet breder, maar er verschijnen wel meer auto's aan deze kant van de rivier. En op de trottoirs verschijnen steeds meer "prik-andermans-ogen-uit-zolang ik-maar-droog-blijf" stokken. Aan één kant van de weg wordt niet geparkeerd. Ik besluit daar te gaan lopen, zodat ik op het trottoir kan uitwijken als er een auto aan komt. Links van mij staat het Palazzo Pitti. Deze villa, met daarachter de beroemde Giardini di Boboli, is via een lange gang die over de Ponte Vecchio gaat, verbonden met het Palazzo Vecchio. Op deze wijze werd de wie-heeft-de-grootste-villa oorlog definitief beslecht in het voordeel van de Medici. De weg loopt verder als de Via Romana, gaat tussen de resten van de oude stadsmuur onder de Porta Romana door en komt uit op op een grote kruising. Hier neem ik de weg schuin links, de Viale Nicolle Machiavelli. Deze weg is omgeven met bomen en slingert zich gestaag omhoog. Belangrijker is dat er een apart voetgangersgedeelte naast ligt. Geen last meer van auto's en dergelijke. Na een paar lussen, passeer ik de Piazzale Galileo. De stijging is voelbaar in de benen. Niet veel verder ga ik linksaf de Via San Leonardo in. Deze weg loopt weer redelijk vlak en komt na ongeveer een kilometertje uit bij de poort van het Forte di Belvedere, verankerd in de stadsmuur. Rechtsaf gaat het, naar beneden. In het begin zeer geleidelijk, maar later erg steil. Rechts van me diverse olijfgaarden en links een steile hoge muur.

Up again
Onderaan blijkt dat ik weer terug ben bij af wat klimmen betreft. Ik sta vrijwel weer op gelijke hoogte met de kade van de Arno, die achter wat huizenblokken wild razend zich een weg baant. Het gaat rechtsaf, Via del Monte alle Croci. Gele borden geven aan dat de doorgang gestremd is. Maar toch zeker niet voor voetgangers? Ik besluit de gok te wagen. Na een paar honderd meter heb ik de keuze om links de trappen te nemen of rechts de weg. De trap lijkt mij een mooie uitdaging. De treden zijn groot en niet al te hoog. Wel loopt iedere trede ook nog schuin omhoog. Vals plat dus. Iedere trede drie stappen, dus om en om met de benen een trede omhoog. 220 treden later sta ik boven. Het zicht is niet goed; alle bomen staan in bloei en belemmeren een vrij uitzicht over de stad. Terug naar het Piazale Michelangelo dan. Toeristisch, maar wat mij betreft na zes bezoeken aan Florence nog steeds een must. Hier wierp ik in oktober 1988 mijn eerste blik over deze prachtige stad. Ook toen regen, veel regen. Maar toen gebroken door een lange busreis. Mooi moment om even rust te nemen en te genieten van het bereiken van de "top". Ook hier weer een relatief serene rust. Weinig verkoopstandjes van toeristische rommel en (nog) geen gillende kinderen en fotograferende/filmende Japanners.

And down
Verder ga ik, over de Viale Michelangelo, verder naar beneden. Net even voorbij de camping, onze overnachtingsplek in de zomer van 2006 op weg van Venetië naar Rome op de fiets, staat een groot bord. De sportvereniging van Florence, ASSI, die ook een atletieksectie heeft, heeft samen met de gemeente een aantal interessante hardlooproutes in dit gedeelte van de stad aangelegd. Info te verkrijgen bij ASSI in het clubgebouw. Ik denk: "Het is zaterdag, wellicht is er iemand die een foldertje heeft". Binnengekomen tref ik een alleraardigste dame. Mijn Italiaans is inmiddels net zoals de stenen kades van de Arno: niet fraai maar wel functioneel. Ze heeft inderdaad een mooi foldertje voor mij. Ook maar meteen even vragen of ze mij kan helpen bij mijn shirtverzameling. Ik probeer namelijk van alle plaatsen waar ik kom, een lokaal hardloopshirt te bemachtigen. De collectie bevat nu een drietal Braziliaanse shirts (AVAI uit Florianopolis, een nationaal Braziliaans shirt uit Rio de Janeiro en eentje van Atletico Paranaensis uit Buzios) en eentje uit Pittsburgh. Stom natuurlijk van me dat ik geen geld meegenomen had, want nu moet ik maandag terug. De vrouw pakt echter een shirt uit de kast en geeft het me zo mee! Na haar hartelijk bedankt te hebben, kan ik nog net de neiging onderdrukken om een rondje over hun baan te maken en vervolg mijn weg naar beneden.

Hordelopen
De bebouwing begint weer terug te komen. Na een paar villa's gepasseerd te zijn aan de linker zijde, verschijnen er ook een paar woonhuizen. Het vrijliggende pad is breed, maar iedere oprit is verlengd door palen met kettingen dwars op het pad. Er omheen is een optie, maar de doorgang is nauw. Ik besluit de kettingen als horden te gebruiken en spring er overheen. Halverwege passeer ik nog twee hardlopers, die me ietwat verbaasd aankijken. Dat zijn vast localo's. De Arno komt weer in zicht en met haar ook het historische centrum. Ik steek de weg over (wat je ook een horde mag noemen in Italië) en ga linksaf langs de zuidelijke oever. Even slinger ik door een groenstrook en aanschouw de uiterwaarden van de Arno. Daarna vervolg ik mijn weg weer en steek de rivier over. Een extra lus om langs de Santa Croce te komen. Op het plein vóór deze basiliek ga ik linksaf de Palingstraat in. Er verschijnen bordjes "Casa di Dante". Ik besluit deze te volgen. Foute keuze. Toeristisch Florence is inmiddels ontwaakt en begeeft zich nu in alle grote en kleine straten van de stad. Het blijft dus nog even hordelopen, maar wel langs een paar prachtige panden. Rechts van me zie ik de dom en ga die kant op. Ook daar is de meute inmiddels aangegroeid. Mensen in de rij wachtend om de dom binnen te mogen, wijken als ze mij aan zien komen. "Vanaf hier nog drie kwartier" roep ik tegen het Koreaans stel dat ruimte voor mij maakt. Aan de reactie te beoordelen is de boodschap niet aangekomen. Nog eenmaal links rechts en dan rechtdoor tot de Via XXVII Aprile. Daar linksaf de hotellobby in. Mijn kamernummer is inmiddels bekend aan de receptie, dus de sleutel ligt snel klaar.