dinsdag 5 oktober 2010

Eindhoven Marathon, 14 oktober 2007

Vertel mij, o Muze, van de zwerver,
de vindingrijke,
die maar ronddoolde,
nadat hij de heilige stad van Troje verwoest had.




Proloog


Ieder heeft zo zijn eigen redenen om een marathon te gaan lopen. Sommige willen er ééntje gelopen hebben voordat ze 30-40-50-etc jaar worden. Anderen sluiten in een jolige bui of onder invloed van net even iets teveel alcohol een weddenschap af. Zelf heb ik me tijdens een les Grieks op de middelbare school, het verhaal van de slag tegen de Perzen bij Marathon vertalende, in mijn hoofd geprent dat, 2500 jaar na ijlbode Pheidippides, het tijd is voor mij om deze legendarische tocht van Marathon naar Athene af te gaan leggen. Dat zou dus 2010 moeten worden. En goed werk heeft tijd nodig, dus op tijd beginnen kan geen kwaad. Ik volg dan ook met grote nieuwsgierigheid de ontwikkelingen rond de groep die dat dit jaar gaat doen.

Na de afgelasting van Rotterdam wegens de hitte bleef er een ongeopende enveloppe van Marijke H, trainster van de duurloopgroep, liggen. Dat was de directe uitdaging om zo snel mogelijk weer eens een marathon te lopen. Echter, om Pheidippides niet ook in zijn levenslot na te volgen - de roemruchte boodschapper viel bij aankomst op de markt in Athene dood neer; hij bleek een zonnesteek te hebben opgelopen - moest het er deze keer één worden waarbij de kans op te zonnig weer zo klein mogelijk was. Harm raadde me toen de marathon van Eindhoven aan. Hij bleek het erg gezellig gehad te hebben in het Brabantse. De marathon wordt jaarlijks gehouden halverwege oktober. De kans op te warm weer is daardoor verwaarloosbaar klein. Verder sprak een marathon in de province waar ik vandaan kom, mij erg aan. Ik heb me dus snel ingeschreven om een stok achter de deur te hebben.


De Trojaanse oorlog - Odysseus begint na de inname van Troje aan zijn terugreis naar zijn eiland Ithaka en naar zijn vrouw Penelope.

Na een rustige periode tussen de halve marathon van Leiden en de vakantie heb ik vanaf half Juli de draad weer serieus opgepakt. Marijke H plande heel wat zondagen in met wat langere duurlopen, oplopend tot meer dan 30 KM in de laatste maand. Zo hebben we in de vroege ochtend meerdere malen tussen de damherten gerend bij de Zilk, is er een mooie route van 32 KM door de duinen op de kaart gezet, en heeft Harry, medeloper in de duurgroep, ons onlangs nog door de bijzondere stukjes van het Groene Hart geleid. Op dinsdagen en woensdagen heb ik zelf getraind of voor de snelheid af en toe met de groep van Ed Z, trainer van de wedstrijdgroep, meegedaan. Daar was trainen met mate het devies, iets wat met die snelle jongens en de gedrevenheid van Ed niet altijd even makkelijk was. En op de donderdagen uiteraard weer duurinterval bij Marijke H. De laatste week heb ik gas teruggenomen en koolhydraten gebunkerd. Uiteindelijk weet je dan toch nog steeds niet zeker of je er wel helemaal klaar voor bent. Maar er is geen ontkomen meer aan.


De Sirenen deel 1 - Sirenen zijn halfgodinnen, half vogel en half mens. Ze zingen zulke mooie liederen, dat ze iedere schipper in de verleiding brengen, en waardoor vele schepen op de klippen zijn gelopen.

Zondagochtend 14 oktober, op naar Eindhoven. De stoptrein van Rosmalen naar Den Bosch heeft 15 minuten vertraging. De aansluiting op de intercity kunnen we dus wel vergeten. We zijn gelukkig op tijd weggegaan. In plaats van half tien zullen we nu om kwart voor tien in Eindhoven zijn. Na de overstap in Den Bosch zitten we in een erg rustige trein. In de hele coupe zit, behalve Mariët (mijn vrouw) en mijn ouders, slechts één man. Ook hij heeft zijn sporttas bij zich, dus dat moet een (marathon)loper zijn. Uiteraard raken we in gesprek. We hebben het over de hazen die er lopen, de pacing teams. Ik had zelf bedacht om met de groep van 3:45 mee te lopen, de paarse ballon. Doel was immers om onder de 4:00 uur te lopen en in principe zou 3:45 - 3:50 haalbaar moeten zijn. De man in de trein blijkt op de halve marathon ongeveer even snel te lopen als ik. In zijn eerste marathon gaat hij voor de 3:30. Klinkt erg aantrekkelijk en "als hij het kan, waarom ik dan niet", flitst het door mijn hoofd. Tien minuten later stopt de trein op station Eindhoven. De man verdwijnt uit het zicht en de wijze woorden van Marijke H ("ga rustig van start") brengen mij weer tot zinnen. We verlaten het station en volgen de borden die ons richting het startgebied leiden.


De Onderwereld - De Onderwereld wordt bewaakt door Cerberus, een driekoppige hond.

We banen ons een weg door een druk centrum. Er zijn een tweetal kortere loopjes over 3 en 6 KM georganiseerd. Veel oog hebben we hier niet voor. Onderweg wordt ons het nodige promotiemateriaal aangeboden. Sommige dingen zijn best handig. Zo heeft het Eindhovens Dagblad een zitdoos in de aanbieding. Erg handig als je wat langer moet wachten en niet wilt blijven staan. Ook is er een stand van een speeltuin of iets dergelijks die heliumballonen weggeeft. Mariët besluit om een rode ballon mee te nemen en die aan de tas te knopen. Op die manier kan ik haar makkelijker uit het publiek pikken. Via de wegwijzers belanden we bij de parkeerkelder van het stadhuis. Ik spreek met mijn supportersgroep af dat onze wegen hier scheiden. Deze "Onderwereld" wordt scherp bewaakt door drie beveiligingsmensen. Zij is immers alleen toegankelijk voor hen die de hel van de marathon in wensen te gaan. Menig begeleider moet op dit punt dus onverhoopt afscheid nemen van zijn/haar held. In de kelder is het lekker koel. Naast een drukbezochte plaspaal is er ook de mogelijkheid om de tas af te geven. De mensen aan de tassenbalie vragen me of het lekker weer is buiten. Zij zijn al voor dag en dauw deze kelder in gegaan en hebben geen idee wat er zich buiten afspeelt. Ook de hazen hebben zich hier verzameld.


De Lotuseters - De Lotuseters eten, zoals hun naam doet vermoeden, enkel lotus. De plant lotus wordt door kenners gemerkt als een van de eerste verdovende middelen.

De paarse ballon blijkt vervangen te zijn door een groene. Als deze groene ballon de kelder verlaat en richting de startstreep gaat, is er een behoorlijk groepje dat er achteraan gaat. In de drukte op het stadhuisplein is het even goed opletten. Al snel belanden we op het parcours dat richting de startstreep gaat. Omdat we wat laat zijn, staan we een beetje ver achteraan. Gelukkig is de sfeer allervriendelijkst en kost het geen enkele moeite om met de gehele groep ons te positioneren tussen de ballon van de 3:30 en die van de 4:00. Naast mij zie ik een man met een pak melk staan. In eerste instantie verbaas ik mij er over, want melk lijkt mij nou niet de beste dorstlesser. Enige minuten later blijkt dat dit pak niet geleegd wordt, maar juist gevuld. Na de bovenkant dichtgevouwen te hebben wordt het onder het hek door aan de kant van de weg geplaatst. Nu maar hopen dat niemand dit aanziet voor een pak met isotone AA-drink.

Mijn horloge staat al op startklaar. De gewone tijd kan ik daardoor even niet zien. En door de bocht in het parcours zie ik ook geen klok bij de start. Ik heb dus geen idee hoe lang het precies gaat duren voor we weggaan. Dan klinkt wat gepraat over de luidspreker en ik hoor een knal. Dat moet het startschot geweest zijn. Geen emotioneel "You'll never walk alone", want je weet dat je het uiteindelijk toch zelf moet doen. Nee, gewoon wat lekkere vrolijke muziek.

De start gaat erg ontspannen. Ik heb zelden een wedstrijd meegemaakt waarin zoveel mensen voldoende ruimte voor elkaar lieten. Dat gaf ook meteen de gelegenheid voor onze haas om met het juiste tempo aan te vangen. Onder het spoor door rechtsaf en dan links de Montgomerylaan op. Bij de Europalaan rechtsaf. Hier stond redelijk wat publiek en op diverse plaatsen stonden DJ's die pittige muziek door de luidsprekers lieten galmen. Ook was al snel duidelijk dat er niets aan het toeval werd overgelaten; de EHBO was overduidelijk aanwezig. Nergens was de weg zodanig smal dat er vertraagd hoefde te worden.

Lopend over de Achilleslaan passeer ik de Agamemnon-, de Menelaos-, en de Odysseuslaan; vernoemd naar helden uit de Trojaanse oorlog. In onze groep blijkt Wim de held te zijn, de lokale held wel te verstaan. We kunnen geen 2 KM lopen of we passeren wel een groepje mensen dat ons uitbundig toejuicht. Het lijkt wel of hij daags tevoren op de voorpagina van het Eindhovens Dagblad heeft gestaan. Bert, hij heet misschien wel geen Bert, maar dat is wat ik er zo 1-2-3 van meekreeg, is de andere held. Hij is onze haas. De supporters van Wim zijn hiervan inmiddels op de hoogte. Zij kennen het belang van deze (bege)leider voor Wim. Vandaar dat ook Bert inmiddels telkens weer op verbale support kan rekenen van de fans van Wim. Na 8 KM passeren we een sponsenpost. Ik maak dankbaar gebruik van deze vochtige sponsen om in elk geval letterlijk mijn hoofd koel te houden. Een tip van Peter van P, een medeloper van mijn duurloopgroep, na Rotterdam. Met zijn andere tips (rondlopen met ontbloot bovenlijf en tussentijds even een frisse duik) heb ik niets gedaan. Kort na deze sponsenpost reikt een dame in ons groepje me nóg een spons aan. Deze moet ik maar even gebruiken om het schuim van mijn billen af te vegen. Blijkbaar heeft er al enige zoutafzetting plaats gevonden. Ik volg haar advies op zonder echt te kunnen zien of het minder wordt. Ik dank haar hartelijk voor het feit dat ze een oogje houdt op het esthetische aspect van hardlopen. In de tussentijd vraag ik me wel af waar loopsters nou op letten als ze aan het hardlopen zijn.... We raken een beetje aan de praat over het (te) prachtige herfstweer en de mooie goudkleurige bomen waar we langs mogen lopen. Voor we het weten zijn we weer een kilometertje verder.


De Sirenen deel 2 - Odysseus stopt de oren van zijn mannen dicht met bijenwas en laat zichzelf vastbinden aan de mast, zodat hij wel de gezangen hoort, maar niet naar ze toe kan varen.

In mijn ooghoeken zie ik een bekend shirt. Het is het gifgroene shirt van Marijke R, ook een medeloper in mijn duurloopgroep. Ik heb geen idee of wij inlopen op haar of dat ze ons voorbij is komen lopen. Het lijkt er op alsof ze lichtjes op ons uitloopt. Marijke kan prima een marathon in 3:45 lopen, dus als ik daar voor ga, dan is aanhaken misschien geen slecht idee. Van de andere kant weet ik dat Marijke gewoon doorbuffelt, daar waar ik in het laatste stuk nog wel problemen verwacht. De verleiding is groot. Er is maar één oplossing: voldoende afstand creëren, zodat aanhaken geen optie meer is. Om die afstand te scheppen, las ik een korte plaspauze in die toch al onvermijdelijk leek te gaan worden. De eerste kilometer erna ben ik vervolgens alleen nog maar bezig om terug te komen bij "mijn" haas. Wanneer ik weer bij mijn groepje aanhaak, is Marijke inmiddels al lang en breed aan de horizon verdwenen. Daar hoef ik me niet meer druk over te maken. Ik knoop mij vast aan Bert, de haas, en heb zo weer een verleiding weerstaan.


Penelope - Penelope was de gade van Odysseus. Zij wachtte twintig jaar op zijn thuiskomst uit de Trojaanse oorlog.

We gaan weer onder het spoor door en slaan dan linksaf. Daar lopen we langs het Philipsterrein. We passeren het viaduct bij het beroemde ANWB bord met daarop Mastricht. Want waarom zou je Máástricht schrijven als je het als Mastrícht uitspreekt. Vervolgens sluipen een jaren 30 woonwijk in. In de straat waar we doorheen lopen staat een vrouw luidkeels letterlijk iedere loper toe te schreeuwen. We moeten vooral volhouden. Ik roep haar toe dat zij dat ook moet doen, want ik denk haar hulp het tweede rondje nog hard nodig te zullen hebben.

We gaan weer linksaf langs de volgende muziekband op de kar. "Ik ben blij dat ik je niet vergeten ben" van Joost Nuissl blijkt erg populair; het klinkt noch voor de eerste noch voor de laatste keer vandaag. De tekst moeten we er zelf bij meezingen: "Ik dacht, ik weet niet wat ik dacht, maar ik denk nu wat is 't goed". Het is niet altijd even zuiver, maar stimulerend werkt het wel.

Het PSV stadion komt in zicht. Vroeger leek de afstand van het parkeerterrein bij de klok tot het stadion veel groter. Of waren mijn passen toen kleiner? Links van de weg doemt in de verte een rode ballon op tussen het publiek. Zoals afgesproken staan Mariët en mijn ouders iets voorbij de hoofdingang met een nieuwe voorraad water en gelletjes klaar. Erop anticiperend dat het me wat tijd zal kosten om leeg voor vol om te wisselen ga ik 200 meter eerder ietsje vóór de haas uit lopen.

De wissel loopt vlotjes, zodat ik vrijwel meteen weer aan kan sluiten achteraan het groepje. Daarbij ontmoet ik de dame van de schuimbillen weer. Ze heeft 5 meter moeten lossen en krijgt van het publiek te horen dat ze aan moet haken. "Ik moet inderdaad nog even bijblijven," zegt ze me, "want als ik er nu al alleen voor kom te staan is het snel bekeken". Ik neem haar mee op sleeptouw tot we weer bij de groep zijn. We praten wat over marathons lopen. Ook zij behoorde tot de mensen die in Rotterdam niet meer verder mochten. Dat schept dan toch weer een band. Nu is ze in voorbereiding op "New York". Waarschijnlijk gaat ze "Eindhoven" niet uitlopen en gaat ze tussen de 25 en 30KM afhaken. Dat is het laatste wat ik van haar gezien en gehoord heb. Ik loop door naar de kop van de groep en ga even naast de haas lopen.


De Sirenen deel 3 - Het schip komt ongeschonden voorbij het eiland van de sirenen.

Bert de haas loopt gedegen. Zijn schoenen zijn hagelwit en dus splinternieuw. Het is de klassieke Asics-III, waar ik zelf ook nog een tijdje op gelopen heb. En ik altijd maar denken dat je niet op nieuwe schoenen een marathon moet gaan lopen. Mijn schoenen zijn daarom oud, heel oud. De neuszool heb ik laten vervangen toen ik er gaten in ging lopen. Zo kan ik nog een tijdje langer lopen op deze schoenen die aan mijn voeten gegoten zitten. Bert uit Hoofddorp loopt normaal 3:20, zo vertelt hij mij. Voor hem is 3:45 dus geen probleem. Hij meldt de groep dat tussen de 15 en 20 KM de omschakeling naar vetverbranding moet gaan plaatsvinden. Dat is een lastig moment waar we even doorheen moeten. Bij mij is er geen centje pijn, dus ik heb er alle vertrouwen in dat me dat gaat lukken. Het doel is nu om de eerste ronde 1 à 2 minuten onder het schema te lopen, zodat er 3-4 minuten verval in het tweede gedeelte mogelijk is. Klinkt goed, vooral nu de benen nog doen wat het hoofd wil.

Aan het einde van de Tongelresestraat, die niet al te inspirerend is, passeren we weer een registratiemat en draaien richting centrum. Het gaat echt lekker. Ik bedenk me dat, als ik straks in de tweede ronde weer op deze plek ben, ik nog even aan ga zetten. Tegelijkertijd realiseer ik me dat tegen die tijd mijn hoofd waarschijnlijk niet meer wil wat mijn benen doen of omgekeerd.

We draaien schuin links de Dommelstraat in en gaan over de Jan van Lieshoutstraat het Stratumseind op. Of het feest is hier al vroeg begonnen, of het is hier gewoon doorgegaan. Door de nauwe doorgang, die overigens breed genoeg om opstoppingen te voorkomen, is het contact met het publiek erg intiem. Een paar minuten mogen we delen in de feestvreugde die hier gaande is. Onze kilometertijd gaat daardoor ongemerkt ook even lichtjes omlaag. We draaien rechtsaf richting de eerste doorkomst. Die gaat in netto ongeveer 1:50:00. Bert houdt woord. Op hem kunnen we rekenen.


Helios - Helios dwingt Zeus de mannen van Odysseus te straffen. De bliksemschichten van Zeus raken het schip van Odysseus, waardoor het zinkt. Odysseus blijft alleen over. Hij zal zijn tocht terug naar huis alleen moeten voortzetten.

Net na de onderdoorgang onder het spoor nabij het station herken ik mijn verzorgingsteam weer aan de rode ballon. Wederom probeer ik alvast het verlies in tijd goed te maken door een klein beetje voor de groep uit te gaan lopen. De liters vocht die ik onderweg tot mij heb genomen zijn er via zweet allemaal weer uitgegaan. Mijn shirt is drijfnat. Het wordt tijd voor een droog shirt. Om wat meer persoonlijke support onderweg te krijgen in de ongetwijfeld moeilijke kilometers die gaan komen, en wetende dat mijn eigen supporters niet overal tegelijkertijd kunnen staan, trek ik mijn "Eric" shirt aan. Al snel heeft dat het gewenste effect. Binnen de kortste keren ben ik populairder dan Wim, die toch telkens weer 2 KM moet wachten voordat hij aangemoedigd wordt. Ondanks dat wordt het er niet makkelijker op. Uit de wind in de zon loopt de temperatuur stiekem aardig op. Ik doe mijn best om goed bij te drinken, maar een licht dorstgevoel begint op te komen.

We slaan wederom de Achilleslaan in, passeren de Agamemnonlaan, de Menelaoslaan en de Odysseuslaan. Deze helden zijn dood en begraven of hebben wellicht niet eens bestaan. Mijn held in levende lijve is nog steeds Bert. Het tempo blijft constant en hij weet een aardig groepje bij elkaar te houden. Dan wijkt hij plots uit naar links. Ook helden blijken te moeten plassen. Er wordt voorin wat gegrapt over demarreren, maar we komen al snel tot de conclusie dat het geen kwaad kan hem nog even bij de groep te houden. Het zwaarste gedeelte moet immers nog komen. We maken echter stiekum wel van de gelegenheid gebruik om wat gas terug te nemen. Bert is daardoor binnen de kortste tijd terug bij zijn groep en legt er weer een straf tempo op.

We naderen de 30 KM. Bij de drinkpost besluit ik om even goed bij te drinken. Ik moet daardoor de groep laten gaan en het verder alleen doen. De volgende 5 KM zijn mede daardoor erg zwaar. De temperatuur loopt steeds verder op en tussen de huizen staat weinig wind. Wederom passeer ik de vrouw die iedereen aanmoedigt. Zij heeft het nog niet opgegeven en geeft aan dat ook ik zeker nog even vol moet houden. Met zulk enthousiasme kun je alleen maar doorgaan.

Ook het PSV stadion komt weer in zicht bij het 35 KM punt. De afstand van het parkeerterrein naar het stadion voelt deze keer vele malen langer dan ooit tevoren. Op het punt waar ik in de vorige ronde bij kon tanken met drank en gelletjes, was mijn supportersteam afwezig. Ik krijg gelukkig een Powerbar aangeboden van iemand uit het publiek. Vreselijk taai spul is dat, maar blijkbaar met veel energie. Ik zet de gang er weer in. Om het hoekje staan mijn supporters geketend aan de rode ballon. Hier ruil ik het restant van mijn Powerbar in voor een banaan, die wat makkelijker weg te werken is. Ook tank ik wat water bij. Even zet ik me neer op de ingenieuze zitdoos van het Eindhovens Dagblad. Dan ben ik weer "klaar" voor de laatste 7 KM.


Kirke - Kirke, dochter van de zon Helios, was een tovenares. Zij leefde op het eiland Aeaea. Wanneer Odysseus op Aeaea terecht komt, doet zijn bemanning zich te goed aan het feestmaal van Kirke en verandert deze daardoor in beesten.

Iedere drinkpost die ik vervolgens tegenkom gebruik ik goed om vocht tot me te nemen.  Dat kost allemaal natuurlijk tijd, maar dat geeft niet. Ondanks zijn afwezigheid spelen de woorden van Bert de haas door mijn hoofd: "Het gaat er om om te genieten van de marathon." Ik geniet van de studenten die uit het raam hangen en me aanmoedigen en ook van een mooi parkachtig stukje in het parcours.

Dat genieten vergaat me echter al snel als ik weer op de Tongelresestraat beland. Deze lange rechte weg van ruim 1200 meter, slechts onderbroken door een kleine knik bij de oversteek over het kanaal, is een ware psychologische test. Vanaf de brug bij het DAF museum is in de verte de bocht al te zien waar je twee keer linksaf moet. Deze bocht lijkt echter slechts mondjesmaat dichterbij te komen. Gelukkig zitten er diverse buurtbewoners langs de kant van de weg om de langskomende lopers verbaal te ondersteunen. Ook staat er steeds meer publiek langs de kant met een banaantje of een appeltje. Op driekwart van de straat wordt me een ijsje aangeboden door een peuter. Papa is nog onderweg en bij het wachten op hem geeft ze haar Danoontje ijsjes weg aan wie maar wil. Koude dranken, ijsjes en dergelijke, je hoort alleen maar dat je dat niet moet doen. Alle waarschuwingen in de wind slaande, negeer ik deze aanbieding echter niet. Al was het maar om de kleuter niet teleur te stellen. Het is wel goed dat haar moeder dat ook even duidelijk maakt aan de voorbijkomende lopers, want je neemt niet graag het ijsje van een peuter af terwijl ze dat eigenlijk niet zo bedoelt. Haar moeder vraagt me of ik ook iets te drinken wil en zo ja wat dan? Dan ga ik er maar even bij zitten. Op mijn verzoek wordt me een koud colaatje ingeschonken. Het is er erg gezellig. Helaas kan ik niet te lang blijven; ik moet weer verder. Ik heb namelijk beloofd aan mijn vrouw om hem deze keer uit te lopen (anders "mag" ik nooit meer een marathon lopen). Verder wil ik dat vandaag eigenlijk binnen de 4 uur doen. Dat doel, binnen de 4 uur, is nog steeds haalbaar. "Dat gaat lukken hoor", zo meld ik mijn weldoeners. "Dit is mijn startnummer, kijk morgen maar in de krant. Houdoe."

De Faiaken - De Faiaken, worden getypeerd als een zorgenloos, opgewekt en gastvrij volk van zeevaarders dat eenieder die bij hen belandt, gul onthaalt en thuisbrengt op gedachtenlezende schepen die zonder stuurman of roer hun weg vinden.

Ik meld nog even dat ik nu doorga tot het einde, maar onderweg nog wel even één keer stop om wat te drinken. Ik passeer het punt waarop ik in de eerste ronde dacht aan versnellen in de tweede ronde. Eigenlijk gaat het zo gek nog niet. Ik haal steeds weer mensen in en wordt niet meer ingehaald. Dus, zo denk ik, als ik even aanzet, ben ik met een kwartiertje door die laatste 3 KM heen. Dat geeft de burger moed. Weer steek ik schuin de Dommelstraat in en beland op de Jan van Lieshoutstraat. Mijn "Eric" shirt heeft het gewenste effect. Bijna 800 meter lang, tot aan het einde van het Stratumseind, word ik vooruit geschreeuwd. Stoppen is geen optie meer. Het geeft me het gevoel dat ik 4':45" per KM loop. Later bleek dat in mijn log toch wel wat langzamer te zijn geweest.

In de euforie passeer ik, voor wat het waard is, nog enige tientalle lopers. Even mor ik nog hardop vanwege het kleine heuveltje in het parcours en dat ik dacht dat "De Heuvel" alleen maar een winkelcentrum was. Het blijkt de brug te zijn over de Dommel. Die had ik de eerste ronde niet voelen liggen. Als ik rechtsaf de hoek om ga is het nog 500 meter. De finish komt in zicht en de klok geeft nog geen 4 uur aan. Dat meldt de speaker ook nog even als aansporing voor mij en de lopers om mij heen om nog even aan te zetten. Ik draai nogmaals rechtsaf en passeer de streep.


Ithaka - Ithaka is het eiland van Odysseus, zijn thuis.

Met een voldaan gevoel ontvang ik de medaille. Tien meter verderop toornt een rode ballon boven de massa uit als rots in de branding. Ik haal mijn spullen uit de kelder, neem de handdoek in ontvangst en trek wat droogs aan. Op naar de welverdiende Bossche bol.


Epiloog

"Νενικήκαμεν (Wij hebben overwonnen!)", zei Pheidippides, en viel volgens de overlevering na het uitspreken van dit bericht dood neer. Gelukkig wordt deze versie van het verhaal sterk in twijfel getrokken. Volgens sommige bronnen rende hij daarna namelijk ook nog eens terug naar Marathon, terwijl elders gemeld wordt dat hij zelfs doorgelopen zou zijn naar Sparta. Alleen dat al is een goede reden om het niet bij deze ene keer te laten.

Geen opmerkingen: